Van Citterspolder, 1862-1959
Inleiding De Van Citterspolder heeft een kadastrale grootte van 137 ha, met een belastbare oppervlakte van 136.69.40 ha. De polder ligt in de gemeenten 's-Heer Arendskerke en Borssele. Bij het Koninklijk Besluit van 15 juni 1860, no. 67, werd aan de ambachtsgerechtigden van 's-Heer Arendskerke en de ambachtsheer van Borssele octrooi verleend tot bedijking van schorren en slikken van de Kaloot, voor de Zuid-Kraaijert-, Konings- en Borsselepolder. De gronden van de ambachtsgerechtigden van 's-Heer Arendskerke werden op 3 oktober 1860 verkocht aan F.C. Spruyt en J.O. le Jeune te Antwerpen en J.L. van Loone te Steenbergen voor f 62.000. De ambachtsheer van Borssele zou zijn gronden voor eigen rekening bedijken. De polder, die in 1861 bedijkt werd, noemde men naar het geslacht Van Citters, waarvan leden ambachtsgerechtigden van 's-Heer Arendskerke waren. De natuurlijke lozing van de polder geschiedde door de suatiesluis bij de Noordnol van de Borsselepolder. Ondanks de pogingen de suatiegeul op diepte te houden, verzandde deze steeds meer. Enige plannen om verbetering in de uitwatering te brengen werden door de ingelanden verworpen en eerst in 1955 werd er achter de sluis een vijzel geplaatst, die door een tractor kon worden aangedreven. In 1956 werd hiervoor een dieselmotor aangeschaft. In verband met de polderconcentratie op Zuid-Beveland werd de polder opgeheven en opgenomen in het per 1 januari 1959 nieuw gevormde waterschap De Brede Watering van Zuid-Beveland. Toch loopt het archief nog verder, doordat het polderbestuur de lopende zaken afwikkelde. Literatuur: Provinciale almanak. 1958. Archief der vereeniging van ambachtsgerechtigden van 's-Heer Arendskerke (toegang 62).
- Archieven Zeeuws Archief
- Archief
- 3118
- Verkeer en Waterstaat
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer