Katspolder, 1782-1959
Inleiding De Katspolder had in 1958 een kadastrale grootte en een belastbare oppervlakte van 69-49.59 ha. De polder ligt in de gemeenten Kats en Kortgene. Op 15 november 1667 werd door de Staten van Zeeland het octrooi tot bedijking van de schorren en slikken in de Zuidvliet aan de ambachtsheren van Kats verleend. Deze schorren werden op kaarten aangegeven als "Verlooren Cost". De polder werd in 1668 bedijkt. Het in 1530 en 1532 verdronken dorp Kats lag ongeveer op de grens van de Kats- en Leendert Abrahampolder. De polder is tweemaal geïnundeerd, n.l. in 1682 en 1953. In 1953 was de overstroming een gevolg van het overlopen en doorbreken van de scheidingsdijken met de Oost- en Jonkvrouw Annapolder. De polder, die door een mobiele bemalingsinstallatie werd leeggepompt, viel op 15 maart droog. De suatie van de polder vond plaats via de uitwateringssluis in de Boomdijk, waardoor het oppervlaktewater in de Oud-Noord-Bevelandpolder werd gebracht. De polder werd in verband met de polderconcentratie op Noord-Beveland opgeheven en opgenomen in het per 1 januari 1959 nieuw gevormde Waterschap Noord-Beveland. Toch loopt het archief nog verder, doordat het polderbestuur de lopende zaken in 1959 afwikkelde. Het gedeelte van het archief dat niet naar de kluis te Wissenkerke was overgebracht, heeft in 1953 te Kortgene onder water gestaan. Het betreft voornamelijk de stukken van 1935-1953 die door het water beschadigd zijn. Waarschijnlijk zijn er toen ook stukken verloren gegaan. Literatuur: Provinciale Almanak 1958 ; De Bruin en Wilderom, Tussen afsluitdammen en deltadijken, deel I, Noord-Beveland (1961); Rijkswaterstaat, Verslag over de stormvloed 1953 (1961).
- Archieven Zeeuws Archief
- Archief
- 3221
- Verkeer en Waterstaat
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer