Het geallieerde erehof herinnert de inwoners van Wierden aan 21 omgekomen vliegers van het Britse Gemenebest die tijdens de Tweede Wereldoorlog boven Wierdens grondgebied door de bezetter zijn neergeschoten. De namen en sterfdata van de 21 militairen luiden: Francis Frederick Allen (3-2-1943), Philip William Carr (10-8-1942), Stanley Glover (10-8-1942), Julius Goldflust (24-5-1943), Ronald Edward Goodyear ...

De Rüdelsheim-stichting voor Joodsche weeskinderen was tijdens de bezetting door de Duitschers gevorderd en diende o.a. een tijdlang als hoofdkwartier van Generaal Christiansen. Om deze reden werd het gebouwencomplex zwaar gebombardeerd. De bovenste foto toont de ruïnes van de stichtingsgebouwen met op den achtergrond de enorme woonbunker van Christiansen, die bij het bombardement niet beschadigd werd, ...

01:07:00 Een aflevering van het RTV-Oost programma Het Oversticht (30-05-2001). De spoorbrug bij Deventer was in de Tweede Wereldoorlog voor de Duitsers een belangrijke schakel in verbinding met het westen van Nederland. Hij werd door de geallieerden dan ook regelmatig gebombardeerd. Over het strategisch belang van de brug, de vele bombardementen en de gevolgen voor de bevolking van Deventer gaat deze ...

Artikel uit "Oprechte Haarlemsche courant", 23 augustus 1940

Artikel uit "Provinciale Drentsche en Asser courant", 23 augustus 1940

Het monument bij het voormalige gemeentehuis te Voorburg (gemeente Leidschendam-Voorburg) is een dankbetoon van de bewoners van het Bezuidenhoutkwartier in Den Haag aan de gemeente Voorburg en haar inwoners voor hun hulp na het bombardement van 3 maart 1945 op de Haagse wijk. Meer dan 500 inwoners van Den Haag zijn omgekomen toen de Britse luchtmacht op 3 maart 1945 door een noodlottige vergissing ...

Plakboek collectie Honnefeller nummer 3Bevat Nederlandse krantenartikelen uit de periode 25 juli 1940 tot en met 26 september 1940 onder andere over: Nieuwe wetgeving slachten dieren, “Geen kwelling bij het slachten”, “bepalingen omtrent bedwelming voor slachten, het slachten zonder verdooving”, “Slachten van rundvee van nu af niet meer vrij” Schaarste, “Uitreiking nieuwe Broodbonboekjes”, “hoe de ...

De auteur vlucht in mei 1940 uit haar huis in de binnenstad van Rotterdam en woont tot februari 1941 in een andere wijk; dan moet zij, tengevolge van een bombardement, verhuizen, tenslotte naar Scheveningen, waar zij huishoudster wordt. Daar doet zij, als in december 1942 bericht komt dat alle joden uit Scheveningen gedeporteerd zullen worden, een poging tot zelfmoord en ligt een maand in het ziekenhuis ...

Mej. Groenendaal woont in Roermond met haar vriendin A.G. Jongepier. Zij is schilderes van beroep en leest veel. Ze heeft Zweeds gestudeerd. Zij houdt van haar werk, haar huis, haar omgeving, Roermond. Het eerste, kleinste gedeelte van het dagboek beschrijft de oorlogsdagen van mei 1940 in het onmiddellijk bezette Roermond, het tweede begint met de septemberverwarring in 1944 en vervolgt de geschiedenis ...

Artikel uit "Delftsche courant : nieuwsblad voor Delft en Delfland", 22 augustus 1940

Artikel uit "Algemeen Handelsblad", 16 oktober 1940

Artikel uit "Soerabaijasch handelsblad", 02 januari 1942

Artikel uit "Leidsch dagblad", 23 februari 1942