P. Rikkelman: Dagboek (acht cahiers)
'De nachtmis begon om half 5. Ik moest de hele mis aan Thea denken en had zo wel naar haar toe willen gaan om te vragen of we alles weer goed zouden maken,' schrijft de negentienjarige Piet Rikkelman op eerste kerstdag 1943. Piet groeit op in een katholiek gezin in Eindhoven. 'Na de communie is moeder de kerk uitgegaan. Ze wordt altijd zo beroerd van de wierook. Thuis worstebroodjes gegeten, daarna meteen ontbeten.' Zijn acht dagboeken gaan aanvankelijk over zijn wankele relatie met Thea (bij de nachtmis aanwezig), voor welke hij zich in 1942 tot een waarzegster wendt: 'Je moest door een smal, slingerend gangetje in ’t hartstikke donker, dan kwam je in een kleine ruimte, door tapijten gevormd, waar Madame Sylvia achter een tafel met kaarten zat. Ik vond wel dat ze ongelooflijk dikke vingers had voor een "Madame".' Als in september 1944 Eindhoven wordt bevrijd, lijkt de relatie met Thea verleden tijd. Piet is tolk bij het Schotse regiment Seafort Highlanders, dat delen van Brabant en Limburg helpt bevrijden, en is als zodanig betrokken bij het verhoren van Duitse militairen. Soms lijken de dagen niet om te komen: 'Geworsteld met corporal Mac Donald. 100 cigaretten van Robbie als ik hem op zijn rug kreeg. De eerste ronde kreeg ik helemaal geen kans, in de tweede kreeg ik hem op zijn rug. Ik hoorde toen pas dat Mac Donald worstelaar was.' Soms zijn er ongelukken: 'Jammer genoeg weer een casualty vanmiddag, nl. Ronnie Hills, zijn voet afgerukt met een landmijn. Die zien we dus niet meer terug. Jammer, het was zo'n goeie vent. Maar hij leeft gelukkig nog.' Zelf raakt Rikkelman zwaargewond aan zijn arm tijdens het Rijnlandoffensief in maart 1945, waarvoor hij 70 jaar later het Draaginsigne Gewonden ontvangt uit handen van de directeur van het Nederlands Veteraneninstituut. 'De nachtmis begon om half 5. Ik moest de hele mis aan Thea denken en had zo wel naar haar toe willen gaan om te vragen of we alles weer goed zouden maken,' schrijft de negentienjarige Piet Rikkelman op eerste kerstdag 1943. Piet groeit op in een katholiek gezin in Eindhoven. 'Na de communie is moeder de kerk uitgegaan. Ze wordt altijd zo beroerd van de wierook. Thuis worstebroodjes gegeten, daarna meteen ontbeten.' Zijn acht dagboeken gaan aanvankelijk over zijn wankele relatie met Thea (bij de nachtmis aanwezig), voor welke hij zich in 1942 tot een waarzegster wendt: 'Je moest door een smal, slingerend gangetje in ’t hartstikke donker, dan kwam je in een kleine ruimte, door tapijten gevormd, waar Madame Sylvia achter een tafel met kaarten zat. Ik vond wel dat ze ongelooflijk dikke vingers had voor een "Madame".' Als in september 1944 Eindhoven wordt bevrijd, lijkt de relatie met Thea verleden tijd. Piet is tolk bij het Schotse regiment Seafort Highlanders, dat delen van Brabant en Limburg helpt bevrijden, en is als zodanig betrokken bij het verhoren van Duitse militairen. Soms lijken de dagen niet om te komen: 'Geworsteld met corporal Mac Donald. 100 cigaretten van Robbie als ik hem op zijn rug kreeg. De eerste ronde kreeg ik helemaal geen kans, in de tweede kreeg ik hem op zijn rug. Ik hoorde toen pas dat Mac Donald worstelaar was.' Soms zijn er ongelukken: 'Jammer genoeg weer een casualty vanmiddag, nl. Ronnie Hills, zijn voet afgerukt met een landmijn. Die zien we dus niet meer terug. Jammer, het was zo'n goeie vent. Maar hij leeft gelukkig nog.' Zelf raakt Rikkelman zwaargewond aan zijn arm tijdens het Rijnlandoffensief in maart 1945, waarvoor hij 70 jaar later het Draaginsigne Gewonden ontvangt uit handen van de directeur van het Nederlands Veteraneninstituut. Bevat een dagboek van G.W. Rikkelman, de vader van Piet Rikkelman, over de periode januari-oktober 1918:'‘Dagboek. Tijdens mijn diensttijd vanaf 16 Jan. 1918-'
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek (acht cahiers)
- 2225
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer