L. Koch: Dagboek (cahiers (3 stuks))
Dagboek van de ongehuwde Leonie Koch (1904-1997), in haar dagelijks leven woonachtig in Leiden en werkzaam op een huishoudschool aldaar. In de periode 1944-1945 verblijft ze bij haar ouders in Zundert, Noord-Brabant, waar ze des zomers haar vakanties doorbrengt: ‘Genieten van zon- en buitenlucht, fietstochten, zwemmen in de beek enz. enz. Je merkt amper dat het oorlog was.’ Per trein reist ze door de provincie ‘in prachtig stralend zonneweer. Niets gemerkt van oorlog, als alleen ’t gemis aan lekkere gevulde koek, ’n fijne reep chocolade en ’n glas chocomel.’ Op 4 september 1944 beschrijft Leonie echter nauwgezet de terugtocht van de Duitsers uit Zundert: ‘Het snelverkeer stoof langs het tragere verkeer heen - je kon werkelijk niet de straat oversteken. Daartusschendoor weer voetvolk. Sjokkend, niet meer vooruitkomend. Wie weet hoe lang ze al liepen? Sommigen zongen nog wat, om de pas erin te houden. Hier een lekke band, daar ’t water in de motor kokend - verderop gilden ze van een auto tegen alle anderen, die voorbijkwamen om benzine: ‘‘Benzine benzine! Ein paar L. benzine?’’ Niemand trok zich iets aan van de sukkelaars, die liepen, leege fietsbanden hadden of niet meer vooruit konden.’ Ook de aftocht der NSB’ers noemt Leonie ‘diep tragisch. De menschen waren op. Zou er een grootere tegenstelling bestaan dan tusschen hun entrée in ons land Mei 1940 en die prachtparade’s, die we van de bioscoop kenden en …. Deze chaotische vlucht???’ Twee dagen later is de situatie in het zuiden van het land echter weer anders: ‘Onze onderduikers zijn alle weer v/h tooneel verdwenen en Z. zit weer vol Duitschers. We hebben te graag en hard gejuichd - toen alles uit Z. wegging.’ Ondertussen blijft Leonie regelmatig werken in de keuken van een Rooms-Katholiek ziekenhuis in Etten-Leur. In augustus 1945 huurt ze een kamer in Leiden. Dagboek van de ongehuwde Leonie Koch (1904-1997), in haar dagelijks leven woonachtig in Leiden en werkzaam op een huishoudschool aldaar. In de periode 1944-1945 verblijft ze bij haar ouders in Zundert, Noord-Brabant, waar ze des zomers haar vakanties doorbrengt: ‘Genieten van zon- en buitenlucht, fietstochten, zwemmen in de beek enz. enz. Je merkt amper dat het oorlog was.’ Per trein reist ze door de provincie ‘in prachtig stralend zonneweer. Niets gemerkt van oorlog, als alleen ’t gemis aan lekkere gevulde koek, ’n fijne reep chocolade en ’n glas chocomel.’ Op 4 september 1944 beschrijft Leonie echter nauwgezet de terugtocht van de Duitsers uit Zundert: ‘Het snelverkeer stoof langs het tragere verkeer heen - je kon werkelijk niet de straat oversteken. Daartusschendoor weer voetvolk. Sjokkend, niet meer vooruitkomend. Wie weet hoe lang ze al liepen? Sommigen zongen nog wat, om de pas erin te houden. Hier een lekke band, daar ’t water in de motor kokend - verderop gilden ze van een auto tegen alle anderen, die voorbijkwamen om benzine: ‘‘Benzine benzine! Ein paar L. benzine?’’ Niemand trok zich iets aan van de sukkelaars, die liepen, leege fietsbanden hadden of niet meer vooruit konden.’ Ook de aftocht der NSB’ers noemt Leonie ‘diep tragisch. De menschen waren op. Zou er een grootere tegenstelling bestaan dan tusschen hun entrée in ons land Mei 1940 en die prachtparade’s, die we van de bioscoop kenden en …. Deze chaotische vlucht???’ Twee dagen later is de situatie in het zuiden van het land echter weer anders: ‘Onze onderduikers zijn alle weer v/h tooneel verdwenen en Z. zit weer vol Duitschers. We hebben te graag en hard gejuichd - toen alles uit Z. wegging.’ Ondertussen blijft Leonie regelmatig werken in de keuken van een Rooms-Katholiek ziekenhuis in Etten-Leur. In augustus 1945 huurt ze een kamer in Leiden.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek (cahiers (3 stuks))
- 2062
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer