H. ter Huerne: Dagboek (cahiers (drie stuks))

Dagboek van Gelderlander Hendrik ter Huerne (Vorden, 1915 - Tiel, 2010). Na de lagere school gaat Hendrik (Henk) naar de mulo in Zutphen, waar hij in 1934 zijn diploma behaalt. Dan gaat hij aan het werk. Niet, zoals zijn andere broers, in de bakkerij van zijn vader in Vorden, maar in een zuivelfabriek. Enkele jaren later verhuist de familie Ter Huerne naar Buren in de Betuwe, waar Hendrik opnieuw in een zuivelfabriek komt te werken. In die tijd krijgt hij verkering met Hillegonda van den Berg, met wie hij in juni 1945 zal trouwen. Om zich te onttrekken aan de Arbeitseinsatz duikt hij onder in Zuid-Limburg. Maandenlang is het onmogelijk om contact te hebben met ‘Gon’, zijn verloofde, en zijn gehele, in de Betuwe en de Achterhoek woonachtige, familie. In september 1944 wordt Zuid-Limburg bevrijd door de Amerikanen. Hendrik besluit zich als vrijwillig militair aan te melden bij de Nederlandse Stoottroepen, Tweede Bataljon, Regiment Limburg. Ingedeeld bij eenheden van het 9th US Army zal het Regiment in maart 1945 mee Duitsland intrekken, over de Rijn, zelfs tot aan Münster toe. Het Regiment, dat wordt ingezet bij bezettings-, bewakings- en politietaken, ruimt de nog aanwezige verzetshaarden op. Dikwijls fungeren de Nederlandse militairen, waaronder dus oorlogsvrijwilliger Hendrik, als tolk voor het Amerikaanse leger. In het Duitse Eselheide leert Hendrik in de zomer van 1945 de Britse militair Mike kennen. Het krijgsgevangenkamp, oftewel POW camp (prisoner-of-war camp), waarin dat gebeurt zal later later dienst doen als denazificatiekamp. Hoewel er in het dagboek geen woord aan de Engelsman gewijd wordt, houden de twee er tussen 1945 en 1948 een uitgebreide briefwisseling op na (zie: Opmerkingen). Hendrik blijft militair tot november 1945, waarna hij emplooi vindt in een boterfabriek. In het moeilijk leesbare dagboek, dat drie cahiers telt, ontbreken verschillende bladzijden. Dagboek van Gelderlander Hendrik ter Huerne (Vorden, 1915 - Tiel, 2010). Na de lagere school gaat Hendrik (Henk) naar de mulo in Zutphen, waar hij in 1934 zijn diploma behaalt. Dan gaat hij aan het werk. Niet, zoals zijn andere broers, in de bakkerij van zijn vader in Vorden, maar in een zuivelfabriek. Enkele jaren later verhuist de familie Ter Huerne naar Buren in de Betuwe, waar Hendrik opnieuw in een zuivelfabriek komt te werken. In die tijd krijgt hij verkering met Hillegonda van den Berg, met wie hij in juni 1945 zal trouwen. Om zich te onttrekken aan de Arbeitseinsatz duikt hij onder in Zuid-Limburg. Maandenlang is het onmogelijk om contact te hebben met ‘Gon’, zijn verloofde, en zijn gehele, in de Betuwe en de Achterhoek woonachtige, familie. In september 1944 wordt Zuid-Limburg bevrijd door de Amerikanen. Hendrik besluit zich als vrijwillig militair aan te melden bij de Nederlandse Stoottroepen, Tweede Bataljon, Regiment Limburg. Ingedeeld bij eenheden van het 9th US Army zal het Regiment in maart 1945 mee Duitsland intrekken, over de Rijn, zelfs tot aan Münster toe. Het Regiment, dat wordt ingezet bij bezettings-, bewakings- en politietaken, ruimt de nog aanwezige verzetshaarden op. Dikwijls fungeren de Nederlandse militairen, waaronder dus oorlogsvrijwilliger Hendrik, als tolk voor het Amerikaanse leger. In het Duitse Eselheide leert Hendrik in de zomer van 1945 de Britse militair Mike kennen. Het krijgsgevangenkamp, oftewel POW camp (prisoner-of-war camp), waarin dat gebeurt zal later later dienst doen als denazificatiekamp. Hoewel er in het dagboek geen woord aan de Engelsman gewijd wordt, houden de twee er tussen 1945 en 1948 een uitgebreide briefwisseling op na (zie: Opmerkingen). Hendrik blijft militair tot november 1945, waarna hij emplooi vindt in een boterfabriek. In het moeilijk leesbare dagboek, dat drie cahiers telt, ontbreken verschillende bladzijden. Bevat naast foto’s en persoonlijke stukken ook brieven aan de dagboekauteur, geschreven door de Britse militair Mike in de periode 1945-1948. Hendrik ter Huerne, die enkele maanden na de bevrijding van Zuid-Limburg als oorlogsvrijwilliger met de geallieerde troepen mee reist naar Duitsland, leert Mike kennen in een krijgsgevangenkamp in het Duitse Eselheide. In 1948 stopt de dan net getrouwde Ter Huerne met het beantwoorden van de brieven van de Britse militair, van wie de achternaam overigens onbekend is.