Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

J.H. van Pagee: Dagboek (cahiers (zes stuks))

‘Op woensdag 30 juni 1943 ben ik uit Middelburg met de trein naar Duitsland vertrokken,’ schrijft Jaap van Pagee in 2007 in een samenvatting van dit oorlogsdagboek. ‘Ik weet die datum, en andere data, zo precies, omdat ik die jaren een dagboek heb bijgehouden. Met moeite heb ik dat aan het einde van de oorlog in de dubbele bodem van mijn koffer naar huis weten te smokkelen.’ De Zeeuw Jaap van Pagee is negentien als hij wordt tewerkgesteld in Christianstadt am Bober, een buitenkamp van concentratiekamp Gross-Rosen. ‘Het complex was enorm. Op het fabrieksterrein waren vijftien kampen, met elk zo’n duizend mannen en vrouwen. Wij gingen naar Lager 4, daar zaten alle Zeeuwen. Van de barak naar de fabriek was een kilometer of drie lopen.’ De voormannen van de fabriek zijn Duits: ‘allemaal afgekeurd voor militaire dienst. De één had een halve poot, de ander miste een arm.’ In een voorwoord van het in 1989 uitgetypte dagboek schrijft de auteur: ‘Een zware geestelijke belasting is het geweest het meewerken aan en daardoor de verlenging van de oorlogvoering in de directe zin des woords. We fabriceerden de explosieven, waarmee de bommen, granaten en later de V1 en V2 werden gevuld. Het boemelen, lijdelijk verzet en de kleine sabotagedaden konden hieraan niets af of toe doen.’ Gedurende zijn tewerkstelling weet Pagee echter een interessant, nauwgezet dagboek bij te houden, al schrijft hij daarover later: ‘De omstandigheden waren bij het schrijven soms van dien aard, dat met een erg beknopte beschrijving moest worden volstaan, zoals bij het schrijven bij kaarslicht bij luchtalarm, soms bij een flakkerende lucifer in een pikdonkere tochtige fabriekshal. Ik betreur deze beknoptheid, waar bijvoorbeeld een omschrijving ontbreekt van de omgeving of onze situatie, zoals van het fabriekscomplex, van diverse mensentypes en rassen en nationaliteiten, hoe we gekleed gingen, etc.’ ‘Op woensdag 30 juni 1943 ben ik uit Middelburg met de trein naar Duitsland vertrokken,’ schrijft Jaap van Pagee in 2007 in een samenvatting van dit oorlogsdagboek. ‘Ik weet die datum, en andere data, zo precies, omdat ik die jaren een dagboek heb bijgehouden. Met moeite heb ik dat aan het einde van de oorlog in de dubbele bodem van mijn koffer naar huis weten te smokkelen.’ De Zeeuw Jaap van Pagee is negentien als hij wordt tewerkgesteld in Christianstadt am Bober, een buitenkamp van concentratiekamp Gross-Rosen. ‘Het complex was enorm. Op het fabrieksterrein waren vijftien kampen, met elk zo’n duizend mannen en vrouwen. Wij gingen naar Lager 4, daar zaten alle Zeeuwen. Van de barak naar de fabriek was een kilometer of drie lopen.’ De voormannen van de fabriek zijn Duits: ‘allemaal afgekeurd voor militaire dienst. De één had een halve poot, de ander miste een arm.’ In een voorwoord van het in 1989 uitgetypte dagboek schrijft de auteur: ‘Een zware geestelijke belasting is het geweest het meewerken aan en daardoor de verlenging van de oorlogvoering in de directe zin des woords. We fabriceerden de explosieven, waarmee de bommen, granaten en later de V1 en V2 werden gevuld. Het boemelen, lijdelijk verzet en de kleine sabotagedaden konden hieraan niets af of toe doen.’ Gedurende zijn tewerkstelling weet Pagee echter een interessant, nauwgezet dagboek bij te houden, al schrijft hij daarover later: ‘De omstandigheden waren bij het schrijven soms van dien aard, dat met een erg beknopte beschrijving moest worden volstaan, zoals bij het schrijven bij kaarslicht bij luchtalarm, soms bij een flakkerende lucifer in een pikdonkere tochtige fabriekshal. Ik betreur deze beknoptheid, waar bijvoorbeeld een omschrijving ontbreekt van de omgeving of onze situatie, zoals van het fabriekscomplex, van diverse mensentypes en rassen en nationaliteiten, hoe we gekleed gingen, etc.’ Het 603 pagina’s tellende dagboek bestaat uit zes cahiers. 1: 30 juni - 25 oktober 1943 (118 pagina’s); 2: 26 oktober 1943 - 7 januari 1944 (69 pagina’s); 3: 8 januari - 17 april 1944 (91 pagina’s); 4: 18 april - 8 september 1944 (117 pagina’s); 5: 9 september 1944 - 5 februari 1945 (102 pagina’s); 6: 15 februari - 5 mei 1945 (81 pagina’s). Enkele losse vellen zijn beschreven in de periode 31 januari - 12 februari 1945. In 1989 heeft de auteur de zes dagboeken overgetypt. Het 242 pagina’s tellende typoscript van de dagboeken, met voorwoord, is in de bibliotheek van het NIOD te vinden: Ned 5.22 Pag Bij de dagboeken is een van 2007 daterende samenvatting van Jaap van Pagee.

Thema's
Collectie
  • Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
Type
  • Dagboek (cahiers (zes stuks))
Identificatienummer van NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
  • 2010
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards