E.C. Viets: Dagboek (cahiers)
Elie Cornelis Viets houdt tijdens de Tweede Wereldoorlog (en kort ervoor en kort erna) vrijwel dagelijks een dagboek bij, in totaal bijna twintig schriften vol. Geboren en getogen in Wageningen verhuist Elie kort voor de oorlog naar Den Haag. In mei 1940 wordt hij achttien. Minutieus beschrijft hij in het dagboek zowel zijn dagelijks leven en persoonlijke gevoelens als politieke en militaire gebeurtenissen en zijn visie daarop. Zo beschrijft hij een bezoek aan Rotterdam vlak na het bombardement op 14 mei 1940, de evacuatie van zijn ouders uit Wageningen, zijn werk op het accountantskantoor Klijnveld Kraayenhof & Co. De stemming onder collega’s en vrienden speelt een belangrijke rol, net als het lidmaatschap van een vrijzinnig hervormde jongerengroep. Het belangrijkste deel van het dagboek betreft echter de tijd die Eli in het kader van de Arbeitseinsatz doorbrengt in Berlijn. Tewerkgesteld bij Siemens, een Duits bedrijf in elektronica en elektrotechniek dat dan natuurlijk oorlogsmaterieel produceert, schrijft hij over het dagelijks leven in het Lager, met zijn steeds verslechterende voedselsituatie, het verlangen naar huis en uitzien naar post van huis, de angst voor de toenemende bombardementen op Berlijn. Talloze gesprekken, gevoerd met zowel Duitsers als Nederlandse lotgenoten, worden in het dagboek levendig herinnerd. In april 1945, als de Russen zijn verblijfplaats dicht genaderd zijn, besluiten Elie en twee bevriende dwangarbeiders de komst van het Rode leger niet af te wachten. Ze pakken haastig wat bezittingen en vertrekken te voet uit Berlijn. De tocht naar Nederland neemt zeven weken in beslag. In 2005, kort na het overlijden van Elie Cornelis Viets, nemen twee uit het oog verloren geraakte, inmiddels hoogbejaarde mannen contact op met zijn nabestaanden: het blijken de jongens met wie Elie te voet de tocht uit Berlijn naar Nederland maakte. Ze zijn zeer geïnteresseerd in dit dagboek. De nabestaanden zorgen voor kopieën. Elie Cornelis Viets houdt tijdens de Tweede Wereldoorlog (en kort ervoor en kort erna) vrijwel dagelijks een dagboek bij, in totaal bijna twintig schriften vol. Geboren en getogen in Wageningen verhuist Elie kort voor de oorlog naar Den Haag. In mei 1940 wordt hij achttien. Minutieus beschrijft hij in het dagboek zowel zijn dagelijks leven en persoonlijke gevoelens als politieke en militaire gebeurtenissen en zijn visie daarop. Zo beschrijft hij een bezoek aan Rotterdam vlak na het bombardement op 14 mei 1940, de evacuatie van zijn ouders uit Wageningen, zijn werk op het accountantskantoor Klijnveld Kraayenhof & Co. De stemming onder collega’s en vrienden speelt een belangrijke rol, net als het lidmaatschap van een vrijzinnig hervormde jongerengroep. Het belangrijkste deel van het dagboek betreft echter de tijd die Eli in het kader van de Arbeitseinsatz doorbrengt in Berlijn. Tewerkgesteld bij Siemens, een Duits bedrijf in elektronica en elektrotechniek dat dan natuurlijk oorlogsmaterieel produceert, schrijft hij over het dagelijks leven in het Lager, met zijn steeds verslechterende voedselsituatie, het verlangen naar huis en uitzien naar post van huis, de angst voor de toenemende bombardementen op Berlijn. Talloze gesprekken, gevoerd met zowel Duitsers als Nederlandse lotgenoten, worden in het dagboek levendig herinnerd. In april 1945, als de Russen zijn verblijfplaats dicht genaderd zijn, besluiten Elie en twee bevriende dwangarbeiders de komst van het Rode leger niet af te wachten. Ze pakken haastig wat bezittingen en vertrekken te voet uit Berlijn. De tocht naar Nederland neemt zeven weken in beslag. In 2005, kort na het overlijden van Elie Cornelis Viets, nemen twee uit het oog verloren geraakte, inmiddels hoogbejaarde mannen contact op met zijn nabestaanden: het blijken de jongens met wie Elie te voet de tocht uit Berlijn naar Nederland maakte. Ze zijn zeer geïnteresseerd in dit dagboek. De nabestaanden zorgen voor kopieën. Bevat een in 2010 geschreven toelichting van Franka Viets, dochter van de dagboekauteur. Bevat een verslag van Elie Cornelis Viets uit juli 1985. Bevat persoonlijke stukken als distributiestamkaarten en een Personalausweis van Siemens, 'zur Benutzung der Berliner S-Bahn'. Van dit achttien cahiers tellende dagboek ontbreken de eerste drie delen. De resterende delen gaan over de volgende periodes: Dagboek 4: 1 januari - 26 juni 1940: 155 pagina’s Dagboek 5: 27 juni 1940 - 28 februari 1941: 153 pagina’s Dagboek 6: 1 maart - 31 oktober 1941: 160 pagina’s Dagboek 7: 1 november 1941 - 6 mei 1942: 159 pagina’s Dagboek 8: 6 mei 1942 - 4 januari 1943: 193 pagina’s Dagboek 9: 4 januari - 2 augustus 1943; 199 pagina’s Dagboek 10: 2 augustus - 14 oktober 1943; 78 pagina’s Dagboek 11: 15 oktober - 10 december 1943: 33 pagina’s Dagboek 12: 20 december 1943 - 17 januari 1945; 148 pagina’s Dagboek 12A: 20 december 1943 - 17 januari 1945: 99 pagina’s Dagboek 13: 18 januari - 20 april 1945: 59 pagina’s Dagboek 14: 20 april - 25 juni 1945: 87 pagina’s Dagboek 15: 25 juni - 14 september 1945; 80 pagina’s Dagboek 16: 14 september - 22 november 1945; 78 pagina’s Dagboek 17: 23 november 1945 - 4 maart 1946; 81 pagina’s Dagboek 18: 4 maart - 23 juli 1946; 82 pagina’s
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek (cahiers)
- 1990
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
