Johanna van (Ans) Leeuwen: Dagboek en enkele door de auteur ontvangen brieven (kopie) en een handgeschreven toevoegsel uit 1990 (handgeschreven tekst op verschillende losse vellen kladblokpapier (origineel en kopie van origineel en brieven) en 1 getypt transcript (computer))

De auteur is zuster en woont in huize Talitha in Zetten. De strijd van de geallieerden in volle gang en ze woont midden in het frontgebied. Ze ziet Engelsen en Amerikanen. Ze wil evacueren, ze wil naar de overkant van de Waal. De toestand is verwarrend. Er is voldoende te eten. 5 December 1944 wordt er een dijk doorgestoken. Hierdoor moet ze met anderen evacueren. Ze vertrekken in auto's, komen onderweg veel Engelse controle tegen, en komen in Nijmegen, waar ze samen met de gewone burgerij terecht kunnen in het klooster Albertinum. Ze kookt en doet de huishouding. Met oudjaar, dat verstoord wordt door overvliegende vliegtuigen, zijn er zelfs wat oliebollen. Ook helpt ze met de administratie. Ze hoort over de voedseltoestanden zoals die er in de grote steden zoals Amsterdam en Rotterdam heersen. In het Albertinum worden verjaardagen gevierd. Zondags kan men naar de kerk. Er zijn soms concerten. De auteur gaat nu ook de zieken verzorgen. 3 Februari 1945 wordt het huis getroffen door een granaatinslag. Er is veel puin en één dode. In maart 1945 gaat ze Engelse les geven aan de politie. Er komen veel V1's over. Na verloop van tijd wordt de sfeer meer ontspannen, ze gaat bij verschillende mensen op bezoek. Er is weer te eten. Je merkt aan de natuur dat het voorjaar wordt. Ze is benieuwd hoe het met haar familie is. Ze bezoekt de kerkdiensten, ook op de feestdagen. Ze komt bij een wandeling toevalling langs een militair vliegveld en komt ergens anders een Engelse veldkeuken tegen, waar ze te eten krijgt. Eigenlijk is ze in verboden gebied. Midden april 1945. Het oosten van Nederland wordt bevrijd en ze krijgt vandaar brieven van haar familie, waar ze erg blij mee is. 10 Mei 1945 krijgt ze met een andere zuster weer een eigen kamer. Ze maakt een tocht langs verschillende andere tehuizen. Bij de feesten ter ere van de bevrijding wordt ook door haar op straat gedanst en gehost. De auteur is zuster en woont in huize Talitha in Zetten. De strijd van de geallieerden in volle gang en ze woont midden in het frontgebied. Ze ziet Engelsen en Amerikanen. Ze wil evacueren, ze wil naar de overkant van de Waal. De toestand is verwarrend. Er is voldoende te eten. 5 December 1944 wordt er een dijk doorgestoken. Hierdoor moet ze met anderen evacueren. Ze vertrekken in auto's, komen onderweg veel Engelse controle tegen, en komen in Nijmegen, waar ze samen met de gewone burgerij terecht kunnen in het klooster Albertinum. Ze kookt en doet de huishouding. Met oudjaar, dat verstoord wordt door overvliegende vliegtuigen, zijn er zelfs wat oliebollen. Ook helpt ze met de administratie. Ze hoort over de voedseltoestanden zoals die er in de grote steden zoals Amsterdam en Rotterdam heersen. In het Albertinum worden verjaardagen gevierd. Zondags kan men naar de kerk. Er zijn soms concerten. De auteur gaat nu ook de zieken verzorgen. 3 Februari 1945 wordt het huis getroffen door een granaatinslag. Er is veel puin en één dode. In maart 1945 gaat ze Engelse les geven aan de politie. Er komen veel V1's over. Na verloop van tijd wordt de sfeer meer ontspannen, ze gaat bij verschillende mensen op bezoek. Er is weer te eten. Je merkt aan de natuur dat het voorjaar wordt. Ze is benieuwd hoe het met haar familie is. Ze bezoekt de kerkdiensten, ook op de feestdagen. Ze komt bij een wandeling toevalling langs een militair vliegveld en komt ergens anders een Engelse veldkeuken tegen, waar ze te eten krijgt. Eigenlijk is ze in verboden gebied. Midden april 1945. Het oosten van Nederland wordt bevrijd en ze krijgt vandaar brieven van haar familie, waar ze erg blij mee is. 10 Mei 1945 krijgt ze met een andere zuster weer een eigen kamer. Ze maakt een tocht langs verschillende andere tehuizen. Bij de feesten ter ere van de bevrijding wordt ook door haar op straat gedanst en gehost. De auteur was werkzaam bij het Asyl Steenbeek van de Heldringstichting te Zetten. Zie ook dagboek 1798 Maria PIkaar en dagboek 1799, Hermien Smit