In augustus 1939 staat Europa aan de rand van de Tweede Wereldoorlog. Oostenrijk, Sudetenland en Tsjechoslowakije zijn net geannexeerd door nazi-Duitsland. Oorlogsdreiging hangt in de lucht en Nederland bereidt zich voor op de gewapende neutraliteit. Op 28 augustus 1939 wordt de algemene mobilisatie van het Nederlandse leger afgekondigd. Het Nederlandse leger telt uiteindelijk 300.000 manschappen, zij moeten de potentiële Duitse inval afslaan.
Met de algemene mobilisatie moeten tienduizenden militairen zich melden op verzamelplaatsen door het hele land. Met behulp van honderden extra treinen worden ze naar hun post vervoerd. Ook duizenden gevorderde paarden komen met goederentreinen op hun bestemming aan. Eenmaal op hun post betrekken officieren en onderofficieren vooral hotels en huizen, de gewone manschappen moeten het vaak doen met ontruimde scholen, fabriekshallen, garages of boerderijen. Hiermee beheerst de mobilisatie het dagelijks leven van veel burgers.
Verveling
Aanvankelijk zorgt de mobilisatie voor enorm veel bedrijvigheid. De militairen zijn druk met oefenen en veel met de schep in de weer bij het bouwen en verstevigen van stellingen. Maar dan slaat de verveling toe. Ter ontwikkeling én vermaak van de gemobiliseerde militairen worden op verschillende plekken in het land commissies ‘Ontwikkeling en Ontspanning’ – ook wel ‘O. en O.’ genoemd - in het leven geroepen. O. en O. organiseert cursussen, maar ook spelavonden, concerten en sportwedstrijden om de militairen te vermaken.
De mobilisatie duurt uiteindelijk ruim acht maanden. Er komt in een klap een einde aan de verveling op 10 mei 1940: het Duitse leger valt Nederland binnen.