Koningspolder, 1769-1959
Inleiding De Koningspolder had in 1958 een kadastrale grootte van 100.85.00 ha met een belastbare oppervlakte van 99.58.50 ha. De polder ligt in de gemeenten Borssele en 's-Heer Arendskerke. Op 22 december 1752 verleenden de Staten van Zeeland het octrooi tot bedijking van ca. 230 gemeten schorren aan de heer van Borssele en de ambachtsheren van 's-Heer Arendskerke. Het volgende jaar werd de polder bedijkt. De ambachtsheren van 's-Heer Arendskerke verkochten op 15 juni 1757 het hun toebehorende gedeelte met behoud van de ambachtsrechten. De polder werd door de bedijking van de Van Citterspolder in 1861 een binnenpolder. De suatie geschiedde sedert de bedijking via de Borsselopolder. In verband met de concentratie van de polders op Zuid-Beveland werd de polder opgeheven en opgenomen in het per 1 januari 1959 nieuw gevormde waterschap De brede watering van Zuid-Beveland. Toch loopt het archief nog verder, doordat het polderbestuur de lopende zaken in 1959 afwikkelde. De voorbereidende werkzaamheden aan deze inventaris zijn door W.L.A. Roessingh verricht. Literatuur: Provinciale almanak. 1958. M.H. Wilderom, Tussen afsluitdammen en deltadijken, deel 3, Walcheren en Zuid-Beveland. 1968. Archief Staten van Zeeland, inv. no. 1678, register van octrooien.
- Archieven Zeeuws Archief
- Archief
- 3132
- Verkeer en Waterstaat
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer