Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

(0133-01) Diaconie van de Hervormde gemeente 's-Gravenhage

1 januari 1583 - 1 januari 2004

Eerste aanvulling, (1905) 1944-1966 (1973): Beschreven door R. Grootveld (1986) Het archief van de regenten van de diaconiegestichten: Tweede aanvulling, ca. 1960-1990: Beschreven door V.A.J. Klooster (1999) Derde aanvulling, ca. 1990-2004: Beschreven door F.J. van Rooijen en Archiefondersteuning Benelux (2010) Voorwoord: Bij de totstandkoming van de inventaris van de Diaconie en haar gestichten, anno 1947, was de inventarisatie van het gehele archief van de Nederduitse Hervormde Gemeente te 's-Gravenhage voltooid. De bewerking van de stukken der kerkvoogdij werd in 1943 en van de kerkeraad in 1944 voltooid. De Diaconie kan nu beschikken over een gids betreffende al haar archiefstukken. Maar behalve dit, heeft zij ook hiermede de bronnen laten ordenen voor een geschiedbeschrijving van de Diaconie, waarvoor een plan ten zeerste toegejuicht dient te worden. Wel zijn er beknopte overzichten verschenen, welke enig beeld vormen van de diaconale werkzaamheden, maar van een volledige, diaconale ontwikkelingsgeschiedenis is vooralsnog geen sprake. Het is echter van geen belang ontbloot om deze overzichten alhier te vermelden: - De Nederduits Hervormde Diakonie te 's-Gravenhage, in haar omvang en werkkring kort geschetst, 1855. - Armenzorg der Nederlands Hervormde Gemeente van 's-Gravenhage door Jhr. Mr. G.J.Th. Beelaerts van Blokland, Oud advocaat Diaken (1869-1872). - De protestantse armenverzorging in 's Gravenhage door H.J. de Dompierre de Chaufepie 1893, in: Bouwstenen XII. Hierin: de Diakonie der Nederlandsch Hervormde Gemeente. - De Diakonie der Nederduitse Hervormde Gemeente en haar gestichten, door K.H. Thierry Jr., regent voorzitter van de Diakoniegestichten. In: bijblad no. 20 van 14 februari 1914, behorende bij de 's Gravenhaagse Kerkbode. De zorg voor het diaconaal archief: Aan het diaconaal archief werd grote zorg besteed. Het oudste, aanwezige, gedrukte "Ordre en Reglement voor Diaconen enz." van 19 april 1783 bevat een afzonderlijk hoofdstuk, getiteld: "Van het nemen van visie van boeken, staande in de kasten op de vergaderkamer, door Broederen Diaconen."(24) In het reglement voor diakenen van 1911, met wijzigingen van 1917, ook van kracht zijnde tot de aanvang van het nieuw archief in 1938, is de advocaat diaken belast met de zorg voor het algemeen archief, waartoe de grootboekhouder steeds vrij toegang heeft.(25) Eerstgenoemde geeft tegen bewijs daaruit voor een bepaalde tijd stukken af aan de broeders, die dit verlangen. Bij verlies wordt de schade vergoed; de mate van schadevergoeding bepaalt het college.(26) In 1938, waarin het nieuw archief begint, is de zorg voor het archief opgedragen aan de secretaris in samenwerking met de archiefcommissie, bestaande uit hem en twee diakenen.(27) De oudste afdeling van het diaconaal archief, inventarisnummers 1-955: De inrichting van de inventaris dient overeen te komen met de oorspronkelijke organisatie der diaconale archiefstukken; de oudste afdeling vangt derhalve haar ontstaan aan met de vorming van het College van Diakenen en eindigt bij het begin van het Nieuw Archief in 1945. Het oudste aanwezige stuk is een diaconale jaarrekening die dateert van 1583, maar een bestuur van diakenen heeft zich eerder gevormd.(1) In de Resoluties van de Staten van Holland van 1575 is fol. 687 het volgende te lezen: "Noch te betalen de Diakonen der Gemeente in den Hage, als Successeurs van den armen Huyssitten aldaar, de somme van derthien ponden twee schellingen ses deniers, over geijck jaar Renten, verschenenden 22 November 1571". Bovendien is in de Rentmeestersrekeningen van 1573 tot 1577, in 1575 een uitgaaf voor turf vermeld "verbrant in den comptoire van den dyaeckenen".(2) Uit deze beide gegevens volgt, dat de Diakenen in 1575 een comptoir hebben en dat zij de opvolgers zijn van de "armen Huyssitten" in Den Haag. Volgens De Riemer nam het College van Diakenen na de reformatie het werk van de vier huiszittenmeesters op zich.(3) Dr. G.H. Lamers en Jhr. Mr. G.J.Th. Beelaerts van Blokland (zie zijn werk in het Voorwoord) zijn van mening, dat het College van Diakenen in 1574 of 1575 te 's Gravenhage werd opgericht.(4) Met evenveel recht kan 1572 hiervoor gesteld worden, zijnde het jaar waarin de kerkhervorming aldaar vaste voet kreeg.(5)Een werkzaam aandeel in de diaconale administratie had de advocaat diaken. Op de vergaderingen van diaken van 3 januari 1656 en van 3 januari 1660 werden zijn werkzaamheden samengevat in het waarnemen van processen en het houden van notulen.(6) De advocaat diaken Groenesteijn wordt "vermits de diaconie jegenwoordich met veele en menichfuldige processen is bewaert" voor het jaar 1656 vrijgesteld van een kwartier, opdat hij des te beter en met meer ijver de processen zou kunnen waarnemen. Hetzelfde gebeurde in 1660 met mr. Pieter van Gelre, opdat hij de Diaconie ijverig zou kunnen dienen met het waarnemen der processen en met het houden der notulen. Met deze notulen worden bedoeld die der officiële, diaconale vergaderingen en die van de Grote Kerkeraad met diakenen, welke gewoonlijk in het register der notulen van het College van diakenen of soms in afzonderlijke registers werden opgenomen.(7) Belangrijk zijn de alfabetische klappers op de notulen der diakenen door de advocaat diakenen verzorgd.(8) In het "Orde en Reglement voor Diaconen" enz. van 1783 reeds ontbrak zijn aandeel in het waarnemen van processen.(9) Naar de aard van zijn werkzaamheden had de grootboekhouder een uitgebreider aandeel in de diaconale administratie dan de advocaat diaken. Was in 1783 zijn administratie beperkt tot het ontvang en kwartierboek, alsmede tot de notulen, speciaal van deze boekhouder, tijdens de laatste jaren van het Oud Archief was de grootboekhouder aangewezen op de volgende registers: (10, 11) 1. een algemeen kwartierboek. 2. een register der voordrachten tot toekenning en intrekking van bedelingen op het vaste boek en op de maandlijst. 3. een register der uitdelingen in geld en in brood voor elk kwartier. 4. een register der uitgaven, met uitzondering van die aan de schamele armen, gerangschikt volgens de hoofdstukken der laatst afgelegde rekening. 5. een gelijk register der ontvangsten. 6. een kasboek. 7. een legger van de eigendommen der diaconie en de bewijsstukken. Reeds is het nieuw archief, aanvangend in 1938 genoemd. Dit scheidingsjaar tussen het oud en nieuw archief is gekozen, omdat in 1938 het bijzonder reglement, als bedoeld in artikel 30 reglement voor de Diaconieën der N.H. Kerk voor de gemeente 's-Gravenhage van kracht was geworden en het archief in zekere zin een nieuwe fase ingegaan. N.B. uit 1987: van deze ceasuur is niets gebleken en het "oud archief" is dan ook aangevuld t/m 1945, het jaar waarin wel een duidelijke scheiding in de archiefvorming te onderkennen viel. Noten: 1. Inv.nr. 479. 2. Archieven van de kerkvoogdij, inv.nr. 97. 3. Mr. Jacob de Riemer, beschrijvingen van 's-Gravenhage, 1e deel, 2e stuk, fol. 546. 4. Inv.nr. 1771. 5. Archieven van de kerkvoogdij, fol. 6 en 7. 6. Inv.nr. 37, fol. 78v en 213. 7. Inv.nr. 65, notulen 14 januari 1767 en inv.nr. 127. 8. Inv.nrs. 119-124. 9. Inv.nr. 2. 10. Inv.nr. 2, art. XIVIII, blz. 20. 11. Inv.nr. 11, blz. 10. 12. Inv.nr. 37 13. Inv.nr. 37, notulen van 29 oktober 1659. 14. Inv.nr. 1015. 15. Inv.nr. 1632. 16. Inv.nr. 52. 17. Inv.nr. 1294. 18. Inv.nr. 11, art. 97 en 98. 19. Inv.nr. 1023. 20. Het oude mannen- en vrouwenhuis der Nederduitsch Hervormde Gemeente te 's-Gravenhage 1854. 21. Inv.nr. 1009, notulen van 10 februari 1854. 22. Inv.nr. 1771. 23. Inv.nr. 1862. 24. Inv.nr. 2. 25. Inv.nr. 11. 26. Inv.nr. 11, blz. 8 en 9. 27. Inv.nr. 13, fol. 17 en 18. De tweede afdeling van het diaconaal archief, betreffende het oude vrouwen- en kinderhuis vóór 1853, inventarisnummers 956-1293: De notulen van de diakenen van september 1659 vermelden, dat 4 diakenen gecommitteerd werden om een huis te kopen aan het einde van het "Speuij", tegenover de Bierkade om het te bestemmen tot een kinder- en vrouwenhuis voor de Diakonie.(12) Dezen kochten het van Thomas Verwer op 27 oktober 1659 voor 7000 gulden.(13) De koop werd goedgekeurd door de magistraat van 's-Gravenhage en het Hof van Holland. Het was in het begin van de 17e eeuw gebouwd door Mr. Jacob van Dijck, raad en gezant van de koning van Zweden bij de Staten Generaal en versierd met goud behang.(14) Van de 16 diakenen oefenden vier het bestuur uit als regenten van deze stichting.(15) Later werden regentessen toegevoegd. Blijkens de extraordinaire groten kerkeraad, gehouden de 15e december 1725, hebben heren gecommitteerden toen "bekwame personen uitgedacht om als regentinnen in het diaconie oude vrouwen- en kinderhuis te fungeren.(16) Met eenparige stemmen hebben zij deze 6 regentessen gekozen: Johanna Bol, huisvrouw van de regent Cornelis van Oudheusden, Maria van der Gragt, weduwe van mr. Johan van Nispen, Anna Jacoba Boxel, weduwe van Pieter de Casembrood, Johanna Catharina Sullius, weduwe van Christoffel van Dam, procureur van het Hof van Justitie, Clara the Holten, weduwe van mr. G. van den Beets en Anna Tevenin, weduwe van Rombout Coster. In 1726 zijn zij in functie getreden.

Vervaardiger
  • J.W. Verburgt (1947); R. Grootveld (1986); V.A.J. Klooster (1999); F.J. van Rooijen en Archiefondersteuning Benelux (2010)
Collectie
  • Archieven Haags Gemeentearchief
Type
  • archief
Identificatienummer van Haags Gemeentearchief
  • 0133-01
Trefwoorden
  • Welzijn en Sociale zorg
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sport
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards