A. N. Reijn: Dagboek (handschrift (fotocopie))

Dagboek van een padvinder, geboren op 4 december 1923, woonachtig te Hilversum, Rooms-Katholiek. In het begin weidt schr. hoofdzakelijk uit over zijn activiteiten (m.n. enige fietsreizen naar Zuid-Limburg en België) binnen de padvinderij. Tijdens de meidagen van 1940, in Hilversum doorgebracht, is hij actief als ordonnans voor een blokpost van de luchtbescherming. Gedurende de eerste paar jaar van de bezetting zet schr. zijn voor-oorlogse leven -inclusief fietstochten - op de oude voet voort. Met dit verschil alleen, dat van de opheffing van de padvinderij in april 1941 de activiteiten, die in dit verband plaatsvinden, illegaal zijn geworden. In augustus 1943 vertrekt schr. (wiens beroep onbekend blijft; hij heeft vermoedelijk ambachtschool) in het kader van de Arbeidsinzet naar Duitsland. Hij wordt tewerkgesteld te Karlsruhe in de Mauser-Werke, maar, blijft totdat de fabriek, in februari 1945, wordt geëvacueerd naar het Sudetenland. Aldaar wordt schr. door de Amerikanen bevrijd, waarna het dagboek afbreekt. Het onderhavige dagboek is geregeld bijgehouden, maar gesteld in een zeer gebrekkig Nederlands, vol stijl- en spelfouten. Vóór schrijvers vertrek naar Duitsland, zijn de aantekeningen doorgaans tamelijk summier, uitgezonderd die welke betrekking hebben op fietstochten met de padvinderij. Het dagboek wordt in eerste instantie zelfs expliciet gepresenteerd als het "logboek van (de) Hartduiven patrouille", waarvan schr. deel uitmaakt. In Duitsland verandert het dagboek, wat dit betreft, van karakter. Schr., een niet van naïviteit gespeende jongeman, is een enthousiast padvinder, die vurig gelooft in de "wereldbroederschap", die wordt belichaamd door de padvindersbeweging. De padvinderij vormt duidelijk het middelpunt van zijn leven, ook al blijkt uit latere aantekeningen dat hij ook een vriendin heeft. Over haar wordt echter vrijwel niets meegedeeld. Schr. is voorzien van hoogstaande morele opvattingen en is een overtuigd katholiek. Dagboek van een padvinder, geboren op 4 december 1923, woonachtig te Hilversum, Rooms-Katholiek. In het begin weidt schr. hoofdzakelijk uit over zijn activiteiten (m.n. enige fietsreizen naar Zuid-Limburg en België) binnen de padvinderij. Tijdens de meidagen van 1940, in Hilversum doorgebracht, is hij actief als ordonnans voor een blokpost van de luchtbescherming. Gedurende de eerste paar jaar van de bezetting zet schr. zijn voor-oorlogse leven -inclusief fietstochten - op de oude voet voort. Met dit verschil alleen, dat van de opheffing van de padvinderij in april 1941 de activiteiten, die in dit verband plaatsvinden, illegaal zijn geworden. In augustus 1943 vertrekt schr. (wiens beroep onbekend blijft; hij heeft vermoedelijk ambachtschool) in het kader van de Arbeidsinzet naar Duitsland. Hij wordt tewerkgesteld te Karlsruhe in de Mauser-Werke, maar, blijft totdat de fabriek, in februari 1945, wordt geëvacueerd naar het Sudetenland. Aldaar wordt schr. door de Amerikanen bevrijd, waarna het dagboek afbreekt. Het onderhavige dagboek is geregeld bijgehouden, maar gesteld in een zeer gebrekkig Nederlands, vol stijl- en spelfouten. Vóór schrijvers vertrek naar Duitsland, zijn de aantekeningen doorgaans tamelijk summier, uitgezonderd die welke betrekking hebben op fietstochten met de padvinderij. Het dagboek wordt in eerste instantie zelfs expliciet gepresenteerd als het "logboek van (de) Hartduiven patrouille", waarvan schr. deel uitmaakt. In Duitsland verandert het dagboek, wat dit betreft, van karakter. Schr., een niet van naïviteit gespeende jongeman, is een enthousiast padvinder, die vurig gelooft in de "wereldbroederschap", die wordt belichaamd door de padvindersbeweging. De padvinderij vormt duidelijk het middelpunt van zijn leven, ook al blijkt uit latere aantekeningen dat hij ook een vriendin heeft. Over haar wordt echter vrijwel niets meegedeeld. Schr. is voorzien van hoogstaande morele opvattingen en is een overtuigd katholiek.