Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

G. Geradts: Dagboek (losse bladen)

Dagboek van jonge Hagenees Gerard Geradts over de laatste maanden van een twee jaar durende tewerkstelling in Duitsland. Gerard, die er o.a. als betonwerker, metselaar en in een steengroeve werkt, beschrijft de aanvang van een werkdag in januari 1945, waarop wissels en overgangen van een spoorwegemplacement moeten worden schoongemaakt, als volgt: "Halfduister, steenkoud, 's morgens half 8. Een stoet van internationalen stapt geruisloos achter elkaar door de sneeuw. Het dal ligt links van hen in de diepte. Ze naderen het dorp. Hun anders zo klepperende houtschoenen zakken zacht in de sneeuw. De mannen zwoegen en sjouwen om die eeuwig slecht zittende zware klompen steeds voor elkander te zetten. Boven aan de weg ligt rechts het station". De leefomstandigheden in de verschillende lagers zijn vooral 's winters vreselijk: "Je dorst je neus vanmorgen niet buiten de dekens te steken. Alle waschkranen bevroren, zodat we ons niet wasschen kunnen. 20 onder nul en 's middags krijgen we om op te knappen, aardappelsalat, koude zure aardappels! Brrr". Dan de 'bedrijfsongevallen': "Zojuist het bericht dat een vroegere kamergenoot van ons onder een achteruitrijdende trein gekomen en totaal verpletterd is". Door zijn toedoen raakt vriend en mede-dwangarbeider Fred, eveneens Hagenees, ernstig gewond: "Vanmorgen met goede moed begonnen, totdat Fred een steen, mede door mijn schuld, op zijn voet kreeg. Afschuwelijk, zijn grote teen is gespleten". Kort daarop verliezen de twee elkaar uit het oog. Voor de bevrijding schrijft Gerard: "Nog huivert de angst door je leden, hoor je de huilende bommen met de afgrijselijke geluiden van inslaan en ontploffen, de wurgende angst daarna waar Fred gebleven was, of hij nog leefde, ik wist dat hij in het lager gebleven was. Daarna de blijdschap dat hij, die in het vreemde land je naaste was, waar je alles mee gedeeld had, al die zorgenmaanden, gelukkig gespaard was". Dagboek van jonge Hagenees Gerard Geradts over de laatste maanden van een twee jaar durende tewerkstelling in Duitsland. Gerard, die er o.a. als betonwerker, metselaar en in een steengroeve werkt, beschrijft de aanvang van een werkdag in januari 1945, waarop wissels en overgangen van een spoorwegemplacement moeten worden schoongemaakt, als volgt: "Halfduister, steenkoud, 's morgens half 8. Een stoet van internationalen stapt geruisloos achter elkaar door de sneeuw. Het dal ligt links van hen in de diepte. Ze naderen het dorp. Hun anders zo klepperende houtschoenen zakken zacht in de sneeuw. De mannen zwoegen en sjouwen om die eeuwig slecht zittende zware klompen steeds voor elkander te zetten. Boven aan de weg ligt rechts het station". De leefomstandigheden in de verschillende lagers zijn vooral 's winters vreselijk: "Je dorst je neus vanmorgen niet buiten de dekens te steken. Alle waschkranen bevroren, zodat we ons niet wasschen kunnen. 20 onder nul en 's middags krijgen we om op te knappen, aardappelsalat, koude zure aardappels! Brrr". Dan de 'bedrijfsongevallen': "Zojuist het bericht dat een vroegere kamergenoot van ons onder een achteruitrijdende trein gekomen en totaal verpletterd is". Door zijn toedoen raakt vriend en mede-dwangarbeider Fred, eveneens Hagenees, ernstig gewond: "Vanmorgen met goede moed begonnen, totdat Fred een steen, mede door mijn schuld, op zijn voet kreeg. Afschuwelijk, zijn grote teen is gespleten". Kort daarop verliezen de twee elkaar uit het oog. Voor de bevrijding schrijft Gerard: "Nog huivert de angst door je leden, hoor je de huilende bommen met de afgrijselijke geluiden van inslaan en ontploffen, de wurgende angst daarna waar Fred gebleven was, of hij nog leefde, ik wist dat hij in het lager gebleven was. Daarna de blijdschap dat hij, die in het vreemde land je naaste was, waar je alles mee gedeeld had, al die zorgenmaanden, gelukkig gespaard was". In collectie 247 (Correspondentie) bevinden zich de brieven van vader Gerard Geradts aan diens in Duitsland tewerkgestelde zoon Gerard. Deze brieven, geschreven in de periode mei 1943 - augustus 1944, hebben het inventarisnummer 1201.

Thema's
Collectie
  • Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
Type
  • Dagboek (losse bladen)
Identificatienummer van NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
  • 2029
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards