A. Schermers: Dagboek (losse bladen uit een cahier)
In 1945 wordt Adriaan Schermers (1916-1995) afgevoerd voor tewerkstelling in Duitsland. Hij heeft dan verkering met Bets, zijn toekomstige echtgenote, aan wie hij zijn brieven richt. Het stel woont in Dussen, net als zijn toekomstige zwagers Huib en Leen en latere aangetrouwde neef Wout, met wie Adriaan de avond van 4 maart 1945 in Utrecht arriveert. In een lokaal in het Tivoli-gebouw wacht het gezelschap met zo’n zeventig andere gevangenen dagenlang op wat komen gaat. ‘Er is niets anders te doen, dan de zaal op en neer te wandelen.’ Men vertrekt naar een loods op het KNSM-eiland in Amsterdam: ‘ontzettend groot, ontzettend koud, donker, de meeste ruiten liggen eruit.’ Waarna de dwangarbeiders naar de Duitse stad Gronau reizen. ‘Beroofd van huis en haard, van ons eten. Beroofd van onze vrijheid, van alles wat ons dierbaar is. We hebben niets te doen: de één die ligt, de ander hangt. En heel den dag kaarten en nog eens kaarten.’ Men leeft op een dieet van aardappels, soep en koolstamp. ‘Als je klaar bent met eten heb je veel meer honger dan wanneer je begint,’ klaagt Adriaan. De mannen worden eindelijk aan het werk gezet: bomgaten moeten gedicht, stellingen gebouwd en loopgraven gemaakt. Eind maart verblijft men, met zo’n 1500 andere dwangarbeiders, in een Lager in het Duitse plaatsje Velen. Het einde van de oorlog is echter in zicht. In de vroege ochtend van 27 maart ontvlucht men het Lager te voet. Dat gaat vrij eenvoudig, al is het voor Adriaan, met ontstekingen en verwondingen aan zijn voeten, een pijnlijke en zware onderneming. Maar: ‘Om half twee zijn we eindelijk over de grens. Het is niet te zeggen, hoe een gevoel het is, als je het prikkeldraad over bent. Alle mensen wuiven je na. Aan hun huizen zie je direct dat je over de grens bent. Houten kozijnen en mooiere stenen.’ In 1945 wordt Adriaan Schermers (1916-1995) afgevoerd voor tewerkstelling in Duitsland. Hij heeft dan verkering met Bets, zijn toekomstige echtgenote, aan wie hij zijn brieven richt. Het stel woont in Dussen, net als zijn toekomstige zwagers Huib en Leen en latere aangetrouwde neef Wout, met wie Adriaan de avond van 4 maart 1945 in Utrecht arriveert. In een lokaal in het Tivoli-gebouw wacht het gezelschap met zo’n zeventig andere gevangenen dagenlang op wat komen gaat. ‘Er is niets anders te doen, dan de zaal op en neer te wandelen.’ Men vertrekt naar een loods op het KNSM-eiland in Amsterdam: ‘ontzettend groot, ontzettend koud, donker, de meeste ruiten liggen eruit.’ Waarna de dwangarbeiders naar de Duitse stad Gronau reizen. ‘Beroofd van huis en haard, van ons eten. Beroofd van onze vrijheid, van alles wat ons dierbaar is. We hebben niets te doen: de één die ligt, de ander hangt. En heel den dag kaarten en nog eens kaarten.’ Men leeft op een dieet van aardappels, soep en koolstamp. ‘Als je klaar bent met eten heb je veel meer honger dan wanneer je begint,’ klaagt Adriaan. De mannen worden eindelijk aan het werk gezet: bomgaten moeten gedicht, stellingen gebouwd en loopgraven gemaakt. Eind maart verblijft men, met zo’n 1500 andere dwangarbeiders, in een Lager in het Duitse plaatsje Velen. Het einde van de oorlog is echter in zicht. In de vroege ochtend van 27 maart ontvlucht men het Lager te voet. Dat gaat vrij eenvoudig, al is het voor Adriaan, met ontstekingen en verwondingen aan zijn voeten, een pijnlijke en zware onderneming. Maar: ‘Om half twee zijn we eindelijk over de grens. Het is niet te zeggen, hoe een gevoel het is, als je het prikkeldraad over bent. Alle mensen wuiven je na. Aan hun huizen zie je direct dat je over de grens bent. Houten kozijnen en mooiere stenen.’ Bevat brieven van de auteur aan familieleden en zijn latere echtgenote Bets. De brieven, geschreven in dezelfde periode als het dagboek, zijn chronologisch in het transcript verwerkt.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek (losse bladen uit een cahier)
- 1925
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
