N.J. Celosse: Dagboek in briefvorm (handgeschreven tekst op losse bladen)

Nicolaas Johan Celosse (1917-1945), verzetsman en Engelandvaarder, wordt op 28 april 1917 in Banjoewangi geboren als zoon van administrateur Nicolaas Jan Celosse en Maria Dorothea Geul. Na een opleiding aan de Koloniale Landbouwschool in Deventer wordt hij inspecteur bij de voedselvoorziening. In mei 1940 wordt hij ingedeeld bij het garnizoen in Hoorn en neemt hij deel aan de Slag om de Afsluitdijk en de Slag om de Grebbeberg. Na de demobilisatie is hij reserve-tweede luitenant. Bob, zoals hij wordt genoemd, trouwt met Gesina Maria Johanna Boeschoten, met wie hij in 1941 naar Amsterdam verhuist. Via de Ordedienst komt hij in contact met verzetsgroep CS-6. In november 1943 besluit hij naar Engeland te gaan met Kas de Graaf, die betrokken is bij het Bureau Bijzondere Opdrachten (BBO). Bob houdt een nauwgezet, helaas moeilijk leesbaar dagboek bij over zijn tijd als Engelandvaarder, waarin Kas en hij via Frankrijk, Spanje, Portugal en Gibraltar naar Londen reizen. Ze komen in februari 1944 aan en Bob krijgt bij het BBO een opleiding. Op 30 maart 1944 is hij commandant van een groep mannen die boven de Wieringermeer wordt geparachuteerd. Hij wordt op 20 mei 1944 gearresteerd en naar Kamp Haaren gebracht. Daarna wordt hij naar Kamp Vught overgeplaatst, waar hij op 5 september 1944 wordt gefusilleerd. Nicolaas Johan Celosse (1917-1945), verzetsman en Engelandvaarder, wordt op 28 april 1917 in Banjoewangi geboren als zoon van administrateur Nicolaas Jan Celosse en Maria Dorothea Geul. Na een opleiding aan de Koloniale Landbouwschool in Deventer wordt hij inspecteur bij de voedselvoorziening. In mei 1940 wordt hij ingedeeld bij het garnizoen in Hoorn en neemt hij deel aan de Slag om de Afsluitdijk en de Slag om de Grebbeberg. Na de demobilisatie is hij reserve-tweede luitenant. Bob, zoals hij wordt genoemd, trouwt met Gesina Maria Johanna Boeschoten, met wie hij in 1941 naar Amsterdam verhuist. Via de Ordedienst komt hij in contact met verzetsgroep CS-6. In november 1943 besluit hij naar Engeland te gaan met Kas de Graaf, die betrokken is bij het Bureau Bijzondere Opdrachten (BBO). Bob houdt een nauwgezet, helaas moeilijk leesbaar dagboek bij over zijn tijd als Engelandvaarder, waarin Kas en hij via Frankrijk, Spanje, Portugal en Gibraltar naar Londen reizen. Ze komen in februari 1944 aan en Bob krijgt bij het BBO een opleiding. Op 30 maart 1944 is hij commandant van een groep mannen die boven de Wieringermeer wordt geparachuteerd. Hij wordt op 20 mei 1944 gearresteerd en naar Kamp Haaren gebracht. Daarna wordt hij naar Kamp Vught overgeplaatst, waar hij op 5 september 1944 wordt gefusilleerd. Bevat correspondentie van 1940 tot 1948, zowel van vader Nicolaas Jan als zoon Nicolaas Johan (die Bob wordt genoemd) tot diens dood in 1944. Bevat getuigschriften, een ontslagbrief van de Nederlandse Arbeidsdienst uit 1941 en brieven uit 1945 van het Bureau Bijzondere Opdrachten (BBO). Bevat tevens een in 1996 geschreven levensloop van ''Oom'' Bob Celosse.