Bart van Dam: Brief (handgeschreven tekst op kladblokpapier en een zelf getekend plattegrondje van de omgeving van Hengelo)

De auteur, die in Hengelo woont, vertelt in een lange brief over het oprukken van de geallieerden. Hij schrijft aan zijn ouders in Amsterdam. Op 1 april 1945 zijn de geallieerden in Winterswijk. Men zegt dat de V1-lanceerinrichtingen zijn opgeblazen. Deze hoort hij ook niet meer, wel andere explosies en schoten. Hij houdt de bevrijding van de steden in Twente (vanuit Hengelo) nauwkeurig bij. Het stormt en het regent, maar de narcissen staan in bloei. Het is Pasen. Als hij naar bed gaat, houdt hij de kleren aan. Er is soms gas. Hengelo wordt bevrijd door de Engelsen. NSB'ers worden opgepakt. Het materieel van de geallieerden wordt bewonderd. Maar ook moet de rommel die de Duitsers hebben achterlaten worden opgeruimd. Hij ruimt met zijn echtgenote Ali het eigen huis op. De geallieerden trekken op naar Zutphen en Zwolle. Er komt geleidelijk meer voedsel. Over West-Nederland komen nog steeds geen duidelijke berichten. Er zijn inundaties. In Hengelo is wel water, maar geen elektra. De auteur vraagt zich af hoe de economische en politieke situatie in Nederland zal worden. Eind april 1945 hoort hij over de voedseldroppings in het westen. Langzamerhand capituleren de Duitsers in andere landen in Europa en in Nederland op 5 mei 1945. Bij de bevrijding zijn kinderspelen, muziekoptochten en kermis. 16 Mei 1945 hoort hij voor het eerst iets uit Amsterdam en stuurt er 24 mei 1945 een voedselpakket naar toe. Van veel vrienden in Nederland hoort hij goede berichten en hoopt ze binnenkort te zien. De auteur, die in Hengelo woont, vertelt in een lange brief over het oprukken van de geallieerden. Hij schrijft aan zijn ouders in Amsterdam. Op 1 april 1945 zijn de geallieerden in Winterswijk. Men zegt dat de V1-lanceerinrichtingen zijn opgeblazen. Deze hoort hij ook niet meer, wel andere explosies en schoten. Hij houdt de bevrijding van de steden in Twente (vanuit Hengelo) nauwkeurig bij. Het stormt en het regent, maar de narcissen staan in bloei. Het is Pasen. Als hij naar bed gaat, houdt hij de kleren aan. Er is soms gas. Hengelo wordt bevrijd door de Engelsen. NSB'ers worden opgepakt. Het materieel van de geallieerden wordt bewonderd. Maar ook moet de rommel die de Duitsers hebben achterlaten worden opgeruimd. Hij ruimt met zijn echtgenote Ali het eigen huis op. De geallieerden trekken op naar Zutphen en Zwolle. Er komt geleidelijk meer voedsel. Over West-Nederland komen nog steeds geen duidelijke berichten. Er zijn inundaties. In Hengelo is wel water, maar geen elektra. De auteur vraagt zich af hoe de economische en politieke situatie in Nederland zal worden. Eind april 1945 hoort hij over de voedseldroppings in het westen. Langzamerhand capituleren de Duitsers in andere landen in Europa en in Nederland op 5 mei 1945. Bij de bevrijding zijn kinderspelen, muziekoptochten en kermis. 16 Mei 1945 hoort hij voor het eerst iets uit Amsterdam en stuurt er 24 mei 1945 een voedselpakket naar toe. Van veel vrienden in Nederland hoort hij goede berichten en hoopt ze binnenkort te zien.