D. (Vanwege de bescherming van de privacy worden alleen initialen vermeld.) K.: Memoires Amsterdam (handgeschreven tekst in schriftje, fotokopie)
De auteur, sigarenhandelaar in Kampen, vertelt dat hij bij de inval der Duitsers in mei 1940 ten onrechte als NSB'er opgepakt wordt. Met een autobus wordt hij naar de gevangenis van Harderwijk gebracht. Hij krijgt wat brood en hij gaat door naar Rotterdam. Hier heeft hij vroeger bij de politie gewerkt. Aangekomen wordt hij 5 dagen in bureau Haagsche Veer opgesloten. Met 33 man zitten ze in een ruimte zo groot als een klaslokaal met stenen vloer. Er is geen enkele voorziening en hij krijgt geen warm eten. De volgende dag kan hij zich wassen. Hij wordt onbeschoft behandeld en uitgescholden als landverrader. Bij het bombardement ontsnapt hij. Een lotgenoot, die in Harderwijk woont, haalt zijn auto en zo komt hij thuis. De hoofdcommissaris van politie uit Kampen verontschuldigt zich voor zijn vergissing. Maar de auteur zegt dat hij nu uit nijd NSB'er geworden is. Omdat hij vrij goed Duits spreekt wordt hij tolk. Hij weigert de baan, die de SD hem aanbiedt, omdat hij niet met salaris wil werken. Hij zegt dat hij tolk voor zijn volk blijft en geen "vuile landverrader" is. Hij zegt dat hij voorkomt dat mensen in Duitsland moeten werken of gijzelaar worden en geeft veel voorbeelden. Hij noemt mensen die wel verkeerde dingen hebben gedaan. Zijn verdere verhaal is een lange aanklacht tegen deze mensen. Hij geeft een lange opsomming. Bij de NSB heeft hij maar een paar goede vrienden. De beweging valt hem erg tegen. Bij Dolle Dinsdag ziet hij de verwarring die ontstaat, dat velen naar Duitsland vluchten. Hij noemt Hitler dan "de grootste massamoordenaar aller tijden" en zegt dat veel mensen door de valse voorlichting van de radio geïmponeerd zijn. Als zijn auto gevorderd wordt door de Duitsers krijgt hij weer een "trap". De auteur bedankt niet voor de NSB omdat hij "uit protest" lid is geworden. Ook krijgt hij als lid van de NSB zijn auto terug om soldaten te vervoeren. Hij bezoekt zijn familie in Amsterdam eerst illegaal per auto, later met toestemming. De auteur, sigarenhandelaar in Kampen, vertelt dat hij bij de inval der Duitsers in mei 1940 ten onrechte als NSB'er opgepakt wordt. Met een autobus wordt hij naar de gevangenis van Harderwijk gebracht. Hij krijgt wat brood en hij gaat door naar Rotterdam. Hier heeft hij vroeger bij de politie gewerkt. Aangekomen wordt hij 5 dagen in bureau Haagsche Veer opgesloten. Met 33 man zitten ze in een ruimte zo groot als een klaslokaal met stenen vloer. Er is geen enkele voorziening en hij krijgt geen warm eten. De volgende dag kan hij zich wassen. Hij wordt onbeschoft behandeld en uitgescholden als landverrader. Bij het bombardement ontsnapt hij. Een lotgenoot, die in Harderwijk woont, haalt zijn auto en zo komt hij thuis. De hoofdcommissaris van politie uit Kampen verontschuldigt zich voor zijn vergissing. Maar de auteur zegt dat hij nu uit nijd NSB'er geworden is. Omdat hij vrij goed Duits spreekt wordt hij tolk. Hij weigert de baan, die de SD hem aanbiedt, omdat hij niet met salaris wil werken. Hij zegt dat hij tolk voor zijn volk blijft en geen "vuile landverrader" is. Hij zegt dat hij voorkomt dat mensen in Duitsland moeten werken of gijzelaar worden en geeft veel voorbeelden. Hij noemt mensen die wel verkeerde dingen hebben gedaan. Zijn verdere verhaal is een lange aanklacht tegen deze mensen. Hij geeft een lange opsomming. Bij de NSB heeft hij maar een paar goede vrienden. De beweging valt hem erg tegen. Bij Dolle Dinsdag ziet hij de verwarring die ontstaat, dat velen naar Duitsland vluchten. Hij noemt Hitler dan "de grootste massamoordenaar aller tijden" en zegt dat veel mensen door de valse voorlichting van de radio geïmponeerd zijn. Als zijn auto gevorderd wordt door de Duitsers krijgt hij weer een "trap". De auteur bedankt niet voor de NSB omdat hij "uit protest" lid is geworden. Ook krijgt hij als lid van de NSB zijn auto terug om soldaten te vervoeren. Hij bezoekt zijn familie in Amsterdam eerst illegaal per auto, later met toestemming. Op etiket van het schriftje zit een etiket van de stad Amsterdam met de tekst "Neemt steeds voldoende tijd voor eigen veiligheid".
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Memoires Amsterdam (handgeschreven tekst in schriftje, fotokopie)
- 1709
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer