Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Nellie Daman: Oorlogsdagboek

De auteur, die in het begin in Schiedam woont, heeft intensief contact met haar ouders, die in Utrecht wonen en is daardoor op de hoogte van de situatie daar. Informatie haalt ze uit kranten en van de radio. Door haar beroep (HBS-lerares geschiedenis en Nederlands) ontmoet ze leerlingen en ouders. Sommige jongens, die net eindexamen hebben gedaan, moeten zich melden voor de arbeidsinzet, evenals ex-militairen. Alle vrijstellingen worden ingetrokken. Haar radio moet ze inleveren. Er is vaak luchtalarm en er zijn bombardementen. Ze hoort dat in Amsterdam joden worden weggehaald. Op straat ziet ze kinderen met een geit (voor melk ) lopen, de gebombardeerde delen van Rotterdam worden gebruikt als korenvelden en groente en fruit is alleen nog op de bon te krijgen. Meisjesstudenten moeten zich melden als verpleegster. Op school zijn steeds minder leerlingen door evacuatie. Op weg naar haar vakantie-adres in Den Bosch komt ze langs Vught en ziet ze gestreepte pakken. In Nederland worden bevolkingsregisters opgeblazen, zijn razzia's en bombardementen. Nederlanders worden ter dood gebracht wegens het plegen van aanslagen op NSB' ers. Ondertussen is ze naar Rotterdam verhuisd waar difterie, dysenterie en kinderverlamming heersen. De avondklok wordt ingesteld, in Utrecht moeten vrachtwagens ingeleverd worden en in Den Haag wordt geëvacueerd. Als kamerbewoonster krijgt ze een kleiner kolenrantsoen en er komt een goederenruilbeurs. De Duitsers vorderen huizen en openbare gebouwen. De school wordt ontruimd en de leerlingen moeten graafwerkzaamheden verrichten. Door de arbeidsinzet verdwijnen collega's en er wordt thuis les gegeven. Treinen worden beschoten door geallieerde vliegtuigen. Na de invasie 1944 slaan veel Duitsers op de vlucht. Het oprukken wordt vanaf nu uitvoerig bijgehouden. Ze vertelt over Dolle dinsdag, fietsenvorderingen, gasloze uren en centrale keukens. Zeeland is geïnundeerd. De tram rijdt niet meer en ze heeft het koud. De auteur, die in het begin in Schiedam woont, heeft intensief contact met haar ouders, die in Utrecht wonen en is daardoor op de hoogte van de situatie daar. Informatie haalt ze uit kranten en van de radio. Door haar beroep (HBS-lerares geschiedenis en Nederlands) ontmoet ze leerlingen en ouders. Sommige jongens, die net eindexamen hebben gedaan, moeten zich melden voor de arbeidsinzet, evenals ex-militairen. Alle vrijstellingen worden ingetrokken. Haar radio moet ze inleveren. Er is vaak luchtalarm en er zijn bombardementen. Ze hoort dat in Amsterdam joden worden weggehaald. Op straat ziet ze kinderen met een geit (voor melk ) lopen, de gebombardeerde delen van Rotterdam worden gebruikt als korenvelden en groente en fruit is alleen nog op de bon te krijgen. Meisjesstudenten moeten zich melden als verpleegster. Op school zijn steeds minder leerlingen door evacuatie. Op weg naar haar vakantie-adres in Den Bosch komt ze langs Vught en ziet ze gestreepte pakken. In Nederland worden bevolkingsregisters opgeblazen, zijn razzia's en bombardementen. Nederlanders worden ter dood gebracht wegens het plegen van aanslagen op NSB' ers. Ondertussen is ze naar Rotterdam verhuisd waar difterie, dysenterie en kinderverlamming heersen. De avondklok wordt ingesteld, in Utrecht moeten vrachtwagens ingeleverd worden en in Den Haag wordt geëvacueerd. Als kamerbewoonster krijgt ze een kleiner kolenrantsoen en er komt een goederenruilbeurs. De Duitsers vorderen huizen en openbare gebouwen. De school wordt ontruimd en de leerlingen moeten graafwerkzaamheden verrichten. Door de arbeidsinzet verdwijnen collega's en er wordt thuis les gegeven. Treinen worden beschoten door geallieerde vliegtuigen. Na de invasie 1944 slaan veel Duitsers op de vlucht. Het oprukken wordt vanaf nu uitvoerig bijgehouden. Ze vertelt over Dolle dinsdag, fietsenvorderingen, gasloze uren en centrale keukens. Zeeland is geïnundeerd. De tram rijdt niet meer en ze heeft het koud. geen

Thema's
Collectie
  • Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
Type
  • Dagboek (2 Cahiers met handgeschreven tekst en bijlage (brief 23 (17 dec. 1944) aan ouders))
Identificatienummer van NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
  • 1266
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sport
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards