Londense Collectie Koopvaardij (LOCK)

Op 22 mei 1940 verleende de Minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, dhr. Steenberghe, aan de op 12 mei in Londen opgerichte Netherland(s) Shipping and Trade Committee ( Nederlandse Scheepvaart en Handelscommissie) de machtiging op te mogen treden als 'custodian' van al de schepen, ladingen en belangen van partijen in bezet Nederland. In de Verenigde Staten werd tegelijkertijd een zusterorganisatie van de Netherland(s) Shipping and Trade Committee (NSTC) opgericht; de Netherland(s) Shipping Committee . Dit orgaan hield kantoor in New York. A.M. Smit, Varen, vechten of berechten Nederlandse maritieme rechtspraak op het grondgebied van Groot-Brittannië gedurende de Tweede Wereldoorlog (Arnhem 1991), 31. De in Londen opgerichte NSTC was een invloedrijk orgaan dat rechtspersoonlijkheid bezat en waaraan uitgebreide bevoegdheden waren toegekend. De commissie stond echter wel onder regeringstoezicht en diende desgevraagd instructies van de ministerraad op te volgen. De NSTC kon derhalve worden gezien als een verlengstuk van het ministerie van Handel, Nijverheid en Scheepvaart. K.W.L. Bezemer, Geschiedenis van de Nederlandse koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog Deel 1 (Amsterdam/Brussel, 1986), 197-202. Na de capitulatie van Nederland op 14 mei 1940 bevond bijna 2.5 miljoen ton scheepsruimte, ruim 90 procent van de Nederlandse handelsvloot, zich buiten bezet gebied. Deze vloot was onder te verdelen in: In februari 1999 droeg het Directoraat-generaal Goederenvervoer van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat als erflater van de NSTC, de Londense Collectie Koopvaardij in bruikleen over aan het Instituut voor Maritieme Historie van de Marinestaf van de Koninklijke Marine te Den Haag. Genoemd Instituut is in 2005 opgegaan in het Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Ministerie van Defensie.