Soelekerkepolder, 1817-1962
Inleiding De Soelekerkepolder had in 1958 een kadastrale grootte van 474.50.43 ha, met een belastbare oppervlakte van 442.32.70 ha. Bij K.B. van 25 februari 1817 werd het bedijkingsoctrooi van de schorren en aanwassen voor de Willem-, Geersdijk- en Heer Janszpolder aan de ambachtsheren van Wissenkerke en Geersdijk, Soelekerke en Oud-Campen verleend. De schorren werden op 23 en 24 oktober 1817 verkocht en het volgende jaar bedijkt. De bedijkingskosten bedroegen volgens de op 14 oktober 1819 gesloten rekening fl. 153.69,65. De eerste koolzaadoogst bracht fl. 104.514,34 op, terwijl 125 gemeten voor de oogst reeds waren omgeploegd. De polder sueerde via de zeesluis aan de Zandkreek. In verband met de polderconcentratie op Noord-Beveland werd de polder opgeheven en opgenomen in het per 1 januari 1959 nieuw gevormde waterschap Noord-Beveland. Het archief loopt nog verder, doordat het polderbestuur de lopende zaken heeft afgewikkeld. Het laatste gedeelte van het archief werd in 1962 overgedragen. De stukken uit de 2de helft van de 19de eeuw bevinden zich in slechte staat. Literatuur: Provinciale almanak 1958. De Bruin en Wilderom Tussen afsluitdammen en deltadijken, deel 1, Noord-Beveland, 1961.
- Archieven Zeeuws Archief
- Archief
- 3232
- Verkeer en Waterstaat
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer