Hendrik Krekel: de brieven van een foute filosoof
Voor het project Oorlog uit Eerste Hand digitaliseerde en transcribeerde het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies onder andere de brieven geschreven door collaborateurs uit haar collectie. Zo ook de uitgebreide correspondentie van Hendrik Krekel (1888-1978): filosoof, hoogleraar en ‘politiek delinquent’. In deze brieven is te lezen hoe het Krekel als collaborateur en na de oorlog in de bijzondere rechtspleging verging.
Collaboratie
Het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) is een van de belangrijkste en meest geraadpleegde archieven over de Tweede Wereldoorlog. Het CABR bevat dossiers van ruim 400.000 mensen die verdacht werden van collaboratie. Niet iedereen van hen is voor een rechter verschenen of veroordeeld.
Op Oorlogsbronnen besteden we met een artikelenreeks aandacht aan dit bijzondere archief.
Journalist die opvalt
Krekel wordt in 1888 geboren in een streng gereformeerd gezin. Na studies Nederlands en Filosofie schrijft Krekel als journalist voor verschillende kranten zoals Het Vaderland en zijn eigen Buitenlandsch Overzicht. Het nationaalsocialisme trekt hem aan, en eind 1941 sluit Krekel zich aan bij de NSB. Daarnaast meldt Krekel zich aan voor de Winterhulp en is hij een van de leden van de Nederlandsche Kultuurraad. Met zijn overtuiging dat Nederland zich bij het Duitse Rijk moet aansluiten, valt hij op binnen de Duitse autoriteiten, en met name bij Seyss-Inquart.
De Nederlandsche Kultuurkamer (NKK) werd op 25 november 1941 door Seyss-Inquart ingesteld met als doel de nazificatie van de Nederlandse cultuur. Iedereen die het vak van kunstenaar, schrijver, muzikant, podiumartiest, etc. wilde uitoefenen, moest zich bij de Kultuurkamer inschrijven en zich conformeren aan de instructies. De toelatingsprocedure bestond uit een omvangrijke vragenlijst en een Ariërverklaring, waaruit bleek dat Joden volledig uit het culturele leven zouden worden gebannen. De Kultuurkamer kwam in de praktijk nooit goed van de grond.
Meer over Nederlandsche KultuurkamerNazificatie
In een poging de (op dat moment gesloten) Universiteit Leiden te nazificeren worden een aantal hoogleraren aangesteld om “Germaanse” inhoud te gaan doceren. Krekel is een van hen. Op aansporen van Seyss-Inquart wordt Krekel in juli 1941 aangesteld als bijzonder hoogleraar in de filosofie van de geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Daadwerkelijk lesgeven doet Krekel niet; de universiteit blijft gesloten.
De Protestrede van Cleveringa vond plaats op 26 november 1940 naar aanleiding van het ontslag van Cleveringa's Leidse collega Eduard Maurits Meijers. De rede leidde tot een staking van de studenten, waarna de universiteit werd gesloten.
Meer over Protestrede van CleveringaHet Nationaal-Socialistisch Studenten Front (NSSF) werd op 16 november 1940 opgericht met toestemming van Mussert. De doelstellingen van de organisatie waren het bestuderen van de nationaalsocialistische beginselen en de verbreiding hiervan op universiteiten en hogescholen, het bevorderen van het hoger onderwijs in nationaalsocialistische zin en het versterken van de band tussen volk en student. Hoewel het lidmaatschap open stond voor alle studerenden, ging het in de praktijk meestal samen met het lidmaatschap van de NSB.
Meer over Nationaal-Socialistisch Studenten FrontHuize Krekel
Tijdens de oorlog verzamelt Krekel een groep jonge intellectuelen om hem heen die lezingen bij hem volgen. In zijn correspondentie-archief zitten veel brieven van deze jonge intellectuelen, die met hem politiek en filosofie bespreken. Zo ook een brief van Henk van der Heijden, een oud-student van Krekel die inmiddels als Kriegsberichter en Rottenführer (Korporaal) in Rusland vecht. Van der Heijden vraagt in zijn brief of Krekel de groeten wil doen aan zijn medestudenten op “Huize Krekel”. Van der Heijden wordt na de oorlog gearresteerd, en door het Bijzonder Gerechtshof Den Haag veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf. Ook correspondeert Krekel met nationaalsocialistisch journalist Max Blokzijl en nationaalsocialistisch politicus Tobie Goedewaagen. Goedewaagen beschrijft in een brief uit mei 1943 Krekels publicaties als zijn “steeds aan belangrijkheid winnende werk voor de verheldering der geesten in dezen tijd.”
De SS-Standarte Kurt Eggers was tussen 1940 en 1945 een Duitse legerformatie van de Waffen-SS, waarvan de leden als oorlogsverslaggevers werkten. Zij rapporteerden vrijwel iedere oorlogsactiviteit van de Waffen-SS in de jaren van haar bestaan, ook aan de fronten. Heinrich Himmler richtte de organisatie in 1940 op onder de naam 'SS-Kriegsberichter-Kompanie', maar die naam veranderde in december 1943.
Meer over SS-Standarte Kurt EggersJodenvervolging
Krekel heeft tijdens de bezetting genoeg aanzien om schrijver Ed. van Cleeff te bewegen om Krekel op 10 juli 1942 een brief te sturen, met daarin de vraag zijn connecties binnen de Duitse autoriteiten te gebruiken om aandacht te vragen voor de deportatie van Joden. Van Cleeff schrijft: “Ik doe een dringend beroep op U, die lid bent van den Cultuurraad en die toegang heeft tot alle vooraanstaande Duitsers: Tracht U deze schending van recht en van de hoogste cultuurwaarden te voorkomen.” Van Cleeff heeft het in de brief waarschijnlijk over de razzia in Amsterdam van 14 juli 1942, als hij schrijft: “Er is grote haast bij: midden volgende week gaan den eerste kampers.” Uit het correspondentie-archief van Krekel blijkt niet dat hij op deze brief antwoord heeft gegeven.
In juli 1942 werden zo’n 4000 Joden opgeroepen zich te melden voor ‘werkverruiming onder politietoezicht’. Soms kregen alleen kinderen de oproep. Dit wekte bij veel mensen argwaan, waardoor ze aan de oproep geen gehoor gaven. Tijdens de daarop volgende Razzia op 14 juli werden er ongeveer 700 Joden willekeurig opgepakt. Deze groep werd als gijzelaars ingezet, wanneer de rest zich niet zouden melden werden de 700 Joden naar Mauthausen gedeporteerd. Toen meldden meer mensen zich en werden de gijzelaars vrijgelaten.
Meer over Razzia Amsterdam 14 juli 1942Het Tribunaal Den Haag was een rechtscollege binnen de Bijzondere Rechtspleging dat was ingesteld om de minder zware gevallen van collaboratie te behandelen. Tribunalen waren bevoegd om maximaal 10 jaar gevangenisstraf op te leggen.
Meer over Tribunaal Den HaagArrestatie en berechting
Vlak na de bevrijding wordt Krekel gearresteerd. Na zijn arrestatie zit Krekel een aantal jaren op verschillende plaatsen gevangen, waaronder in Kamp Hoogerheide en in Kamp Korte Geer.
In april 1948 veroordeelt het Tribunaal Den Haag Krekel als propagandist. Hij krijgt een gevangenisstraf opgelegd van vier jaar, inclusief de tijd die hij al in voorarrest had doorgebracht. Zoals te lezen in het afschrift van de Tribunaaluitspraak, raakt Krekel ook zijn kiesrecht kwijt, en mag hij geen functies in het onderwijs meer uitoefenen – de Universiteit Leiden had Krekel al ontslagen als hoogleraar. Het Tribunaal besluit ook dat het een deel van Krekels vermogen (1500 gulden) en het deel van zijn bibliotheek dat over het nationaalsocialisme gaat, in beslag neemt. Over deze inbeslagname zitten een aantal brieven in Krekels archief van de advocaat die hij in dienst nam, K.W.P. Klaassen.
Kamp Korte Geer te Delft (Zuid-Holland) was een Bewarings- en verblijfskamp van mei 1945 tot 1948. Er verbleven in het complex ongeveer 1700 gevangenen, die aan een ijzeren discipline onderworpen werden. Mannen en vrouwen waren gescheiden, kinderen van de gevangenen werden in tehuizen of pleeggezinnen ondergebracht.
Meer over Kamp Korte GeerGratie
In een brief die Krekel in juli 1948 van een kennis krijgt, staat dat onder gevangenen grote verwachtingen zijn voor het aanstaande vijftigjarige jubileum van koningin Wilhelmina: “Men verwacht iets van het regeringsjubileum of van de nieuwe koningin.” Het was gebruikelijk bij dergelijke grote jubilea gratie te verlenen aan gevangenen. Zo ook in 1948, toen de jubileumgratie een kwart van de straffen van gevangenen kwijtschold. Voor Krekel betekent dit dat hij van zijn resterende straf van ongeveer een jaar nog maar een paar maanden hoeft uit te zitten. In september 1948 komt hij vrij.
Bij Besluit van 26 augustus 1948 werd gratie verleend ter gelegenheid van Wilhelmina's 50-jarige regeringsjubileum en abdicatie. Ter gelegenheid van haar 25-jarig jubileum was ook gratie verleend. Onder het bewind van Wilhelmina is bijna vijftig keer gratie verleend aan terdoodveroordeelden. In het kader van de bijzondere rechtspleging zijn in totaal ongeveer 150 doodstraffen uitgesproken waarvan er 40 zijn uitgevoerd.
Meer over Jubileumgratie WilhelminaNiet in de maatschappij ingevoegd
In zijn correspondentie-archief zit een brief die Krekel in 1949 naar een kennis stuurde, met wie hij gevangen gezeten heeft in Kamp Hoogerheide. In deze brief vertelt Krekel dat hij wel hard werkt, maar “nog steeds niet in de maatschappij ingevoegd” is en dat hij wacht tot “de tijd voor mijn weer meedoen gekomen is”. Krekel, die tot het einde van de bevrijding als journalist en filosoof behoorlijk aanzien kreeg, schrijft ook in zijn brief dat “niemand gelooft nu nog aan de zin van mijn inzichten”. Ook nadat Krekel zijn straf uitgezeten heeft, is hij dus niet volledig onderdeel van de samenleving.
Ook na zijn internering is Krekel blijven schrijven en corresponderen met anderen over politiek en filosofie. Gepubliceerd heeft Krekel niet meer. In 1978, op negentigjarige leeftijd, overlijdt Hendrik Krekel.
Kamp Hoogerheide te Hoogerheide (Noord-Brabant) was een Bewarings- en verblijfskamp van april 1945 tot oktober 1948. Het was door de Duitsers in de loop van de eerste oorlogsjaren aangelegd en ingericht als wagen- en motorenpark van de bezetter. Circa 800 politieke delinquenten hebben hier gevangen gezeten.
Meer over Kamp Hoogerheide