Hermanus Lammers

Herman Lammers is de oudste zoon van Jan Gerrit Lammers en Cornelia Breunesse. Herman, geboren op 27 november 1922 in Amersfoort, groeit op in een groot gezin met vijf zussen en twee broers. Zijn vader heeft een bouwbedrijf; hij is aannemer/timmerman zo vermeldt de gezinskaart. Herman gaat na de MULO op de Leusderweg ook een technische opleiding volgen aan de Middelbare Technische School in Utrecht. Oproep voor dwangarbeid In 1944, de oorlog is al vier jaar aan de gang, kampt Duitsland met een enorm tekort aan arbeiders. Het grootste deel van de mannelijke beroepsbevolking is ingezet aan de verschillende fronten. Om de Duitse oorlogseconomie draaiend te houden komt de bezetter in 1944 opnieuw met een bevel voor mannen tussen de 17 en 40 jaar om zich te melden voor de arbeidsinzet in Duitsland. Veel mannen willen niet, en gaan ook niet. Ze verdwijnen ‘in de onderduik’. Ook Herman Lammers duikt onder, samen met zijn oudere neef met dezelfde naam, op de boerderij van Pieter Veenendaal in Achterveld, vlak onder de Glindhorst (gemeente Scherpenzeel). Hand- en spandiensten Pieter Veenendaal zit in het verzet en is contactman tussen de landelijke organisatie en een lokale verzetsgroep die vanuit zijn boerderij opereert. Onder meer met zendapparatuur houden ze de geallieerden op de hoogte van de Duitse troepenbewegingen. De twee neven laten zich vermoedelijk inschakelen voor kleine hand- en spandiensten. Verraad Verraad door een loslippige evacué wordt op 15 december 1944 alle aanwezige mannen op de boerderij fataal. Die dag valt de Duitse militaire politie, de zogenoemde Feldgendarmerie, de woning binnen. Tijdens de huiszoeking doen de twee jonge onderduikers nog een vergeefse vluchtpoging. Herman wordt daarbij dodelijk neergeschoten en zijn neef wordt samen met de andere mannen weggevoerd, uiteindelijk naar het concentratiekamp Neuengamme.

Bron: Stichting Herdenkingsstenen Amersfoort