Arie Hootsen

Arie Hootsen, geboren en opgegroeid in Voorburg, werkte als verkoper van comestibles na een opleiding Warenkennis. In 1937 vertrok hij naar Spanje om deel te nemen aan de Spaanse Burgeroorlog, waar hij werd ingedeeld bij de Nederlandse compagnie van de 11de Brigade. Tijdens de oorlog raakte hij vermist en werd later gevangen genomen door de troepen van Franco. Hij belandde in het concentratiekamp Miranda de Ebro, waar de omstandigheden zwaar waren: weinig voedsel, slechte hygiëne en gebrek aan medische zorg. De vrijlating van Nederlandse Interbrigadisten uit Spaanse kampen verliep traag en moeizaam. Hoewel een eerste groep al in 1939 kon vertrekken, moesten velen, waaronder Hootsen, tot 1943 wachten. Dit kwam door tegenwerking van de Spaanse autoriteiten en een gebrek aan enthousiasme binnen de Nederlandse regering om diplomatieke druk uit te oefenen. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog veranderde de houding ten opzichte van deze strijders, maar Spanje stond onder Duitse druk om hen niet vrij te laten. Op 4 augustus 1943 werd Hootsen vrijgelaten en via Portugal vertrok hij in februari 1944 naar Engeland. Daar werd hij ingelijfd bij de Nederlandse troepen en volgde een opleiding tot vliegtuigmitrailleurschutter. Van april 1944 tot oktober 1945 diende hij bij de Royal Air Force en daarna bij het Directoraat Luchtstrijdkrachten in Londen. In 1947 ging hij met groot verlof en kreeg hij zijn Nederlandse nationaliteit terug. Arie Hootsen overleed in 1974 in Australië, waarover verder weinig bekend is.

Bron: IISG | Nederlandse vrijwilligers in de Spaanse Burgeroorlog (tekst ingekort met behulp van AI)