Pieter Diethelm

DIETHELM (Pieter), geboren te Schiedam op 3 november 1917. Vermoedelijk trouwt hij in april 1940 en woont hij in 1944 in Berkel en Rodenrijs. Voor het huwelijk van zijn jongste zus begeeft hij zich op 9 november 1944 naar Kethel. Vanwege de spertijd, die al om 20 uur ingaat, kan hij ’s avonds niet terug naar huis en overnacht hij bij zijn ouders in Kethel. Net als zijn twee broers, wordt Pieter de volgende dag opgepakt bij de razzia, hij is dan net een week 27 jaar en boerenarbeider. Vermoedelijk via de als verzamelplaats dienstdoende houthandel Van Stolk, moeten de broers lopend naar Delft, waar ze overnachten bij de Technische Hogeschool. ’s Ochtends moeten de mannen naar het treinstation en daar ontmoeten zij Pieter Jacob Uitterlinde, die gisteren met hun zus is getrouwd. Ze beloven bij elkaar te blijven. Sommige mannen zien kans om op het station te ontvluchten. Via Amersfoort rijdt de trein verder oostwaarts en dan realiseren de mannen zich dat het gerucht dat zij in Overijssel moeten werken, niet klopt. De trein rijdt door tot het doorgangslager Dachau, waar het wemelt van de wandluizen. Wanneer de mannen moeten douchen, zijn ze bang dat er gas zal uitkomen en geen water, maar die vrees blijkt ongegrond. Voor de tewerkstelling worden de mannen geselecteerd op beroep. Kornelis en zijn broers zijn boerenzoons en geven zich ook als zodanig op. Ze worden bij boerderijen tewerkgesteld. Vanaf 25 november 1944 tot aan zijn bevrijding werkt Pieter in Ingolstadt. In Duitsland raken de broers elkaar kwijt, maar na hun bevrijding komen ze elkaar weer tegen in Etrepy, waar ook de Rotterdammers uit Neurenberg-Zollhausen verblijven én waar ze ook hun zwager Pieter ontmoeten. Wanneer de broers horen dat hun zwager toestemming heeft gekregen om naar Zevenbergen te gaan, weten ze te regelen dat zij dat ook mogen. Met de trein gaan zij naar Breda en vandaaruit worden zij door padvinders geëscorteerd naar Zevenbergen. Daar is een aardappelschipper bereid om de mannen naar Rotterdam te varen. Ze moeten, met nog 28 mannen, onderdeks gaan. Bij de Persoonshaven, achter de Oranjeboomstraat, verlaten de mannen het schip. Ze schrikken ervan dat de mensen in Rotterdam er zo mager uitzien. Pieter gaat met een broer en zwager Pieter naar Kethel, zijn oudste broer gaat naar Overschie.

Bron: Stadsarchief Rotterdam