Petrus Johannes Lampen

LAMPEN (Petrus Johannes), geboren te Rotterdam op 21 september 1910. Hij woont in 1944 met het ouderlijk gezin in de Rotterdamse wijk Lombardijen, op het adres Smeetslandsedijk 336. Dat gezin bestaat onder meer uit zes zonen die geboren zijn in de periode 1906-1922. Bij de razzia van 10 november 1944 wordt Petrus, samen met zijn jongste broer Johannes, opgepakt, hij is dan 34 jaar, ongehuwd en los werkman. Van een andere broer die eind 1944 in Duitsland verblijft, is niet bekend of hij ook met de razzia is weggevoerd. Langs welke route Petrus en Johannes zijn weggevoerd naar Duitsland is niet bekend, maar zij komen terecht in Hamburg-Wilhelmsburg, waar zij tewerkgesteld worden bij de firma Howaldtswerke A.G., een van de grootste scheepswerven op het voormalige Elbe-eiland Ross. Vanaf 1933 worden de grote scheepswerven in Hamburg van groot belang voor zowel de werkgelegenheid als de bewapening van de Wehrmacht. De broers worden ondergebracht in Lager Langer Morgen I, waar ruim 950 dwangarbeiders verblijven die voor de firma Howaldtswerke A.G. moeten werken. Mogelijk verblijven zij ook nog enige tijd in het Arbeitserziehungslager Langer Morgen, waar de omstandigheden zeer slecht zijn: het voedsel is ontoereikend, mishandeling is aan de orde van de dag, er is nauwelijks verzorging en de mannen en vrouwen moeten zwaar fysiek werk verrichten. In de nacht van 22 maart 1945 laten Engelse bommenwerpers een deel van hun lading vallen boven Hamburg-Wilhelmsburg. Hierbij worden kamp Langer Morgen I en het Arbeitserziehungslager volledig vernield en komen ruim 90 mensen om het leven, waaronder ook Petrus Johannes (34 jaar oud) en zijn jongere broer. Beide broers worden begraven in een massagraf op Kriegsgräberstätte Neuer Friedhof in Hamburg-Harburg. Ook worden hun namen vermeld in gedenkboek 42 (een supplement op alle delen) van de Oorlogsgravenstichting.

Bron: Stadsarchief Rotterdam