Roel Bakker
Velsen, 11 mei 1921 - s-Gravenzande, 3 juli 2006BAKKER (Roel), geboren te Velsen op 11 mei 1921. Via Hoek van Holland verhuist hij begin jaren veertig van de vorige eeuw naar Rotterdam. Daar woont hij in 1944 met het ouderlijk gezin in de wijk het Nieuwe Westen, op het adres Essenburgsingel 146a. Bij de razzia van 11 november 1944 wordt Roel, samen met zijn jongere broer Koos, opgepakt, hij is dan 23 jaar. De broers, die beloven elkaar niet uit het oog te verliezen, moeten naar het in aanbouw zijnde Belastinggebouw aan de Puntegaalstraat, dat die dag dienstdoet als verzamelplaats. Later op de avond moeten de mannen in colonne naar station D.P. waar ze met velen in veewagons worden gepropt. Vermoedelijk rond middernacht vertrekt de trein richting Den Haag, Haarlem, Amsterdam, Amersfoort en Ermelo, waar de vriendin van Roel woont. En juist daar moeten de mannen de trein verlaten vanwege luchtalarm. Ze worden opgevangen in een kerk, waar het Rode Kruis maaltijden uitdeelt. Voorbij Oldenzaal gaat het transport verder naar Münster, Dillenburg en Stuttgart, waar de mannen rond 17 november 1944 aankomen. De broers werken vaak bij het spoor (laden en lossen van ijzer, steenkolen etc.) maar moeten geregeld ook puinruimen en -rijden. Het werk is vervelend en gaat gaandeweg steeds meer tegenstaan. Al snel gaan de mannen op strooptocht en bietsen ze onder andere om eten en sigaretten. Roel vindt dat zolang de Duitsers te eten hebben, de Rotterdammers er zelf voor moeten zorgen dat zij niets tekortkomen. Koos wil het niet, hij schaamt zich ervoor. Het eten in het Lager is niet best, en Roel en Koos vinden bij Frau Pfannkuch een adres waar ze bijna dagelijks goed te eten krijgen; Roel vindt vooral de Gaisburger Marsch (een traditionele rundvleesstoofpot) erg lekker. Als tegenprestatie verrichten de mannen klusjes voor haar, zoals houthakken, de grond spitten enzovoorts Eind november 1944 zijn de mannen betrokken bij een ernstig treinongeluk, waarbij 26 mannen het leven laten. Alle Rotterdammers blijven ongedeerd. Het geloof is belangrijk voor Roel. Hij bezoekt kerkdiensten en bijeenkomsten van de Bijbelclub. Ook schrijft hij beschouwingen over geliefden, oorlog en het geloof. Hij lijdt onder de spanning die het luchtalarm en de bombardementen bij hem teweegbrengen. Maar vooral de onzekerheid over het wel en wee van zijn familie in Rotterdam en zijn geliefde in Ermelo, blijft aan hem knagen, tot op het laatst toe. Hij schrijft geregeld briefkaarten aan hen, maar krijgt nooit post terug en dat versterkt zowel het onzekere gevoel als het verlangen om terug te keren naar Rotterdam. In de loop van februari 1945 merken de mannen dat de geallieerde oorlogsactiviteiten toenemen. Het luchtalarm gaat vaak af, het aantal vliegtuigen neemt toe en er ontstaan gevaarlijke situaties wanneer de bommen al voor het sein “vooralarm” vallen. De situatie voor de Duitsers wordt slechter en dat heeft zijn weerslag op de dwangarbeiders. Er is minder eten beschikbaar en ze krijgen minder bonnen. De spanningen nemen toe, ook onderling onder de mannen in het Lager. De geruchten over het optrekkend front nemen toe en zorgen voor verwarring. Op 3 april 1945 vertrekken al veel mannen en Roel en Koos nemen afscheid van bekenden, waaronder Frau Pfannkuch. De volgende ochtend gaan ze al vroeg met hun bagage naar het treinstation, waar ze bemerken dat hun bewakers er niet zijn. Ze regelen zelf de nodige toestemmingen bij het Arbeitsamt en de Politie. Met drie andere mannen vertrekken Roel en Koos ’s avonds om zes uur met de trein uit Stuttgart. De luchtaanvallen maken het reizen met de trein zeer gevaarlijk. De mannen stippelen hun route uit aan de hand van een plaatje in een krant waarop alle luchtafweergebieden staan. Via Neurenberg en Leipzig reizen de mannen naar het noordwesten van Duitsland. Op 11 april 1945 komen ze in de grensplaats Weener aan. De grenscontrole verloopt soepel en via Nieuweschans, Wedde en Veendam gaan de vijf mannen richting Beilen, waar Roel en Koos de drie anderen kwijtraken. De broers gaan naar een tante. In afwachting van toestemming om verder te reizen, werken ze daar wat op het land. Hoewel Roel het er naar zijn zin heeft, blijft de onzekerheid over zijn vriendin en de anderen aan hem knagen. Op 12 mei 1945 mogen de broers eindelijk verder reizen. Via Steenwijk, Zwolle en Kampen komen ze op 14 mei 1945 in Ermelo aan. Na de oorlog trouwt Roel. Hij overlijdt op 3 juli 2006 in ’s-Gravenzande, 85 jaar oud.
Bron: Stadsarchief Rotterdam
Het leven tijdens de oorlog van Roel Bakker
1944Opgepakt bij de Razzia van Rotterdam
Overleden in s-Gravenzande
Bronnen
Dit zijn de bronnen die bij Oorlogsbronnen bekend zijn over deze persoon.
Razzia van Rotterdam en Schiedam
Ron Schuurmans maakte biografieën van de slachtoffers van de razzia van Rotterdam en Schiedam op 10 en 11 november 1944. Dit was de grootste razzia die de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft gehouden. Bij deze razzia zijn ongeveer 52.000 van de 70.000 mannen van 17 tot en met 40 jaar oud uit Rotterdam en Schiedam weggevoerd.
Bekijk de bronAanbieder
Stadsarchief Rotterdam
Afbeelding van Roel Bakker
Ontbreekt een portretfoto, of kan je ons helpen met een betere afbeelding van Roel Bakker, dan kan je deze hier toevoegen. Ook is het mogelijk om de bestaande portretfoto beter bij te snijden.
Heeft u bezwaar tegen de vermelding van deze persoon?
Laat het ons weten door een e-mail te sturen naar info@oorlogsbronnen.nl



