Hiltje Ruiter
locatie onbekend, 15 augustus 1907 - locatie onbekend, 7 november 1992Samuel Waterman ging op zijn zeventiende medicijnen studeren, in september 1940. Hoewel hij zijn eerste jaar met succes afrondde, kon hij als jood geen studiebeurs meer krijgen, en daardoor kon hij niet blijven studeren. Kort daarna werden joden van de universiteiten geweerd. De Joodsche Raad zette echter een clandestiene medische cursus op en verleende Samuel een beurs van 250 gulden. - Toen de Duitsers in de zomer van 1942 met de deportatie van de joden begonnen, gingen de studenten die deze opleiding volgden, allemaal in het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis (NIZ) werken. - Omstreeks deze tijd werden Samuels ouders in hun huis in Amsetrdam opgepakt en naar Auschwitz en Sobibor afgevoerd, waar zij zijn omgebracht. - Op 13 augustus 1943 werd het ziekenhuis door de Grüne Polizei bezet en werden de meeste patiënten (behalve de nakomelingen van gemengde huwelijken) gedeporteerd. Samuel en zijn verloofde verstopten zich op de isoleerzaal voor roodvonkpatiënten, die de Duitsers niet durfden te betreden, en zo ontsnapten zij aan deportatie. Later zijn zij erin geslaagd in een bus te stappen waarmee degenen die niet werden gedeporteerd naar De Joodsche Invalide in Amsterdam werden vervoerd. - Vanaf die tijd hebben zij zich samen op verschillende schuilplaatsen verstopt. Op 4 januari 1944 dook Samuels verloofde in Venlo onder, terwijl hij van plaats naar plaats moest zwerven tot hij Wouter van Zeytveld tegenkwam, een van de leiders van de Amsterdamse Studenten Groep (ASG). Hier kwam uit voort dat hem op 20 februari een schuilplaats werd aangeboden op het hoofdkwartier van de groep in de Sarphatistraat 137. Hij werd ook voorzien van een vervalste Reisgenehmigung. - Samuel nam de trein naar Meppel, waar hij zijn nieuwe valse persoonsbewijs kreeg, en hij stapte op de volgende trein richting Leeuwarden. Nadat hij de nacht in een melkfabriek had doorgebracht, werd hij begeleid naar de familie Schaap. - Wolter en Hiltje Schaap woonden in het eerste huis van de enige straat in het dorp Langelille (Friesland), met hun twaalfjarige dichter Martha en vierjarige zoon Klaas. Wolter Schaap was een zeer gelovig man, die elke avond uit de bijbel voorlas. Hij was het joodse volk zeer toegenegen, hoewel hij tot dan toe nog nooit een jood had ontmoet. De familie Schaap werd gedreven omdat zij een diepe haat koesterde jegens de Duitsers nadat hun onschuldige 21-jarige neef tijdens de staking van mei 1943 in koelen bloede was neergeschoten, en uit overtuiging dat het hun morele plicht was om de joden bij te staan. - Hoewel hij rugpijn had vanwege een hernia werkte Wolter hard als landbouwer. 's Avonds gingen Wolter en Samuel altijd naar de buren om naar de BBC te luisteren. Hiltje verzorgde haar schoonouders, die eveneens bij hen inwoonden, in het bijzonder haar schoonmoeder, die invalide was. Ook verzorgde zij hun bescheiden veestapel. - Vanwege zijn uitgesproken joodse uiterlijk was het gevaarlijk voor Samuel om het huis te verlaten, maar hij installeerde zich op zolder en besteedde zijn tijd aan lezen en studeren. 's Avonds en af en toe overdag, als er geen bezoekers verwacht werden, ging hij naar beneden. De familie Schaap beschouwde hem als een lid van de familie en ze deelden alles met hem, met inbegrip van de maaltijden, zodat hij spoedig herstelde van de tbc die hij in het ziekenhuis had opgelopen. Samuel stond bekend onder de naam Kees, en niemand heeft hem ooit naar zijn echte naam gevraagd. Wolter Schaap kreeg 20 gulden in de week uitbetaald door het verzet voor Samuels onderhoud. - Nadat Samuel vijf weken bij de familie Schaap had gezeten, voegde de 22-jarige Leo Weyl uit Den Haag zich bij Samuel. Ze zouden samen onderduiken tot de bevrijding in april 1945. - Op een ochtend in oktober 1944 werd er door een groep van ongeveer tien Duitsers een huiszoeking gedaan. Samuel en Leo slaagden er op het nippertje in om door het zolderraam te ontsnappen. Samuel verstopte zich in de geitenstal, terwijl Leo door de landerijen wegrende. Toen zij niemand in het huis aantroffen, vervolgden de Duitsers hun zoektocht op straat, hetgeen erop duidde dat iemand de vluchtelingen verklikt had. - Omdat het voor Samuel en Leo te gevaarlijk was om terug te keren, werden zij korte tijd in huis genomen door Jan Schaap, de broer van Wolter. Daarna was het de beurt aan zijn zuster, Wiegertje Schippers-Schaap, om hen tot de bevrijding te verschuilen. -Op 24 november 1983 werden Wolter Schaap en zijn vrouw Hiltje Schaap-Ruiter door Yad Vashem erkend als Rechtvaardigen onder de Volkeren.
Bron: Een Laatste Saluut
Bronnen
Dit zijn de bronnen die bij Oorlogsbronnen bekend zijn over deze persoon.
Een Laatste Saluut
Jacob (Jack) Kooistra (Zwaagwesteinde, 24 maart 1930 – Leeuwarden, 14 januari 2025) was een Fries journalist en amateurhistoricus. Hij wijdde zijn leven aan het documenteren van Nederlandse oorlogsslachtoffers en verzamelde nauwkeurig gegevens over duizenden mensen wereldwijd. Zijn werk zag hij als eerbetoon aan de slachtoffers. Bijzondere aandacht ging daarbij uit naar personen met een relatie tot de provincie Fryslân. Een register met ruim 7000 namen, gepubliceerd in zijn werken Een laatste saluut (2005) en Strijders, onderdrukkers en bevrijders (2008), werd jarenlang via het Fries Verzetsmuseum toegankelijk gemaakt en is nu, in samenwerking met WO2Net, te vinden op oorlogsbronnen.nl.
Aanbieder
Fries Verzetsmuseum
Afbeelding van Hiltje Ruiter
Ontbreekt een portretfoto, of kan je ons helpen met een betere afbeelding van Hiltje Ruiter, dan kan je deze hier toevoegen. Ook is het mogelijk om de bestaande portretfoto beter bij te snijden.
Heeft u bezwaar tegen de vermelding van deze persoon?
Laat het ons weten door een e-mail te sturen naar info@oorlogsbronnen.nl