Josephus Wilhelmus Maria Gieben

Ook bekend als: Sjef

Jos (door de familie ‘Sjef’ genoemd) wordt geboren op 27 augustus 1925 in Sint Anthonis, als zoon van smid Piet Gieben en Marie Versleijen die samen een winkel in huishoudelijke artikelen houden. Sjef is erg geliefd, is optimistische ingesteld en heeft een grote vriendenkring. Eind 1946 komt hij als dienstplichtig soldaat op bij de Koninklijke Landmacht in Blerick en wordt ingedeeld bij het 4-11 Regiment Infanterie, opgericht in januari 1947. Vanwege het losgebarsten geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt hij na algemene militaire opleiding naar Nederlands-Indië gezonden om er bij te dragen aan het herstel van de rust en het Nederlandse gezag. Sjef vertrekt op 5 februari 1947 met de Johan van Oldenbarnevelt en gaat na een zeereis van een maand aan land bij Batavia. Daar wordt hij gelegerd en ingezet voor wachtdiensten bij onder andere het paleis van luitenant-gouverneur-generaal Huib van Mook en de woning van legercommandant S.H. Spoor en loopt hij wacht bij de gevangenissen Struiswijk en Glodok. In de daaropvolgende maanden wordt zijn bataljon gelegerd rond Tangerang, even ten westen van Batavia, waar het gebied middels patrouillegangen en acties wordt gezuiverd. Tijdens de Tweede Politionele Actie van 19 december 1948 tot 5 januari 1949 wordt Sjef met zijn onderdeel naar Poerworedjo gezonden voor de inname en zuivering van de sector. Daarna gaat het bataljon een zware tijd tegemoet. Met te weinig mensen moet een te groot gebied worden beveiligd, wat door de talrijke infiltraties en guerrilla-aanvallen van de revolutionairen nauwelijks kan worden gerealiseerd. Na afloop van de Actie blijkt bovendien dat het revolutionaire leger de confrontatie uit de weg was gegaan en nu in staat is om vanuit de binnenlanden de guerrillastrijd tot ongekende hevigheid op te voeren. In de loop van januari wordt Sjef in Koetoradjo geplaatst, een gevaarlijke sector waar regelmatig aanvallen plaatsvinden van revolutionaire troepen. In de nacht van 31 januari op 1 februari 1949, een maand na de Tweede Politionele Actie, wordt het kamp opnieuw aangevallen. Tijdens de verdediging raakt Sjef zwaargewond in zijn onderlichaam. Aanvankelijk lijkt de verwonding niet fataal, maar door ernstig bloedverlies verslechtert zijn toestand snel. Diezelfde nacht bezwijkt Sjef aan zijn verwondingen; hij is 23 jaar geworden. Hij vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Candi in Semarang.

Bron: Brabantse Gesneuvelden