Sake Oevering

Sake en Maaike Oevering woonden in Drachtstercompagnie (Friesland) en hoewel zij vier kinderen hadden, hebben zij verscheidene joden in huis genomen en voor anderen schuilplaatsen gevonden. Er woonden drie joden voor langere tijd bij hen in, over wie zij aan hun kinderen vertelden dat het familieleden uit Amsterdam waren. Hun kinderen mochten geen vriendjes of vriendinnetjes mee naar huis nemen, uit angst dat zij verraden zouden worden. - Onder degenen die Sake en Maaike verborgen hielden, bevonden zich de heer en mevrouw De Groot en hun dochters Jettie en Judith, Frans Polak, Eddy Isakson en twee meisjes, Betty en Vera. Sara Bolle-Melkman en haar zoon Nico arriveerden in Drachtstercompagnie door bemiddeling van Willem Mondriaan*, een plaatselijke verzetsstrijder, die samenwerkte met de organisatie van dominee Overduin*. - Sara en Nico woonden bij Sake en Maaike van november 1943 tot januari 1944 en vervolgens van oktober 1944 tot het eind van de oorlog. In de tussentijd was het huis zo vol dat ze een poosje elders ondergebracht werden. Al met al hebben ongeveer 35 personen zich in Drachtstercompagnie kunnen verschuilen en zij hebben allemaal de oorlog overleefd. Toen het allemaal achter de rug was, heeft Sake het er nauwelijks meer over gehad. Het enige wat hij zei was: 'Wat voorbij is, is voorbij.' -Op 3 juni 1992 werden Sake Oevering en zijn vrouw Maaike Oevering-Beintema door Yad Vashem erkend als Rechtvaardigen onder de Volkeren.

Bron: Een Laatste Saluut