Cornelis Antonius Spitters

Ook bekend als: Kees Spitters

Kees wordt geboren op 1 december 1919 in Waalwijk als zoon van Johannes Spitters en Petronella Elbers. Hij werkt als boekhouder bij Van Dooren de Greeff. Nadat hij als militair heeft gediend in de meidagen van 1940 en vervolgens is gedemobiliseerd, gaat Kees zich al snel inzetten voor het verzet tegen de Duitse bezetting. Vanaf zomer 1940 is hij actief als koerier voor de Ordedienst (OD) en vervoert wapens voor de ondergrondse. In oktober 1943 raakt Kees in Waalwijk in gesprek met een Duitse soldaat en vraagt of hij van hem een jas wil kopen. De Duitser zegt geen geld te hebben, waarop Kees voorstelt dat hij hem betaalt met een legerpistool en ten minste dertig patronen. Als ze elkaar de volgende dag opnieuw treffen, zegt de Duitser pas ’s avonds aan het wapen te kunnen komen. Als hij op verzoek van Kees dan nog een tweede pistool weet te bemachtigen, zou hij hem ook een zomerjas aanbieden. De Duitse soldaat heeft zijn superieuren echter van de besprekingen op de hoogte gebracht en Kees wordt niet lang daarna gearresteerd. Bij huiszoeking wordt in een kast wapens en munitie aangetroffen wat aanleiding is om Kees voor verhoor naar de gevangenis in Scheveningen, het ‘Oranjehotel’ over te brengen. Kees laat echter niets los over zijn betrekkingen met het verzet. Op 20 mei 1944 wordt hij in Wassenaar op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd. Kees is 24 jaar geworden en wordt thuis in Waalwijk begraven.

Bron: Brabantse Gesneuvelden