Karel August Post

POST (Karel August), geboren te Rotterdam op 4 december 1914 en vernoemd naar zijn Duitse opa van moederszijde. Hij trouwt in 1939 en wordt in februari 1940 en mei 1942 vader. Op 11 november 1942 wordt hij voor de eerste keer weggevoerd naar Duitsland; hij wordt tewerkgesteld in Münster. Na zijn terugkeer in Rotterdam wordt in 1944 nog een dochter geboren. In november 1944 woont het gezin in Rotterdam-Vreewijk, op het adres Struweel 89. Hoewel Karel is ondergedoken, wordt hij opgepakt bij de razzia van 10 november 1944 (ook wordt wel 11 november 1944 vermeld), hij is dan bijna 30 jaar en huisschilder. Langs welke route hij is weggevoerd naar Duitsland is niet bekend. Bij één van zijn vluchtpogingen wordt Karel opgepakt bij De Poppe, in de buurt van Oldenzaal. Geboeid wordt hij weggevoerd naar het Arbeitserziehungslager (AEL) Augustaschacht te Ohrbeck, een werkopvoedingskamp, onder andere bestemd voor de mannen die zich hebben onttrokken aan gedwongen arbeid. In dit kamp heersen levensbedreigende omstandigheden, die lijken op die in concentratiekampen. Zwaar lichamelijk werk, honger, ziekten, afranselingen en treiterijen bepalen het dagelijks leven van de gevangenen. Zij krijgen bewust onvoldoende eten en drinken om zwaar lichamelijk werk te kunnen doen. De onmenselijke behandeling moet de gevangenen gewillig maken, d.w.z. dat zij zonder verzet dwangarbeid zullen verrichten. De werkdagen voor Karel zijn lang en het werk is saai. Eerst wordt hij ingezet bij graafwerk en daarna bij het herstel van het steeds opnieuw gebombardeerde emplacement te Osnabrück. Na verloop van tijd ziet Karel er beroerd uit: mager, hongeroedeem, kaalgeschoren hoofd en in boevenkleding. Omdat de kampcommandant en een deel van de bewakers op 31 maart 1945 op de vlucht slaan, kunnen Karel en zijn lotgenoten het kamp op eigen houtje en in eigen kleding verlaten. De mannen kamperen in het bos en Karel wordt vervolgens verzorgd in het hospitaal en bij een boerin. Op 7 april 1945 gaan Karel en een vriend via Lenggerich naar Greven, waar een opvangkamp voor buitenlanders is. Ze worden ingekwartierd in een verlaten huis. In de nacht van 10 op 11 april 1945 wordt Karel ziek, hij heeft vooral buikpijn. ’s Middags brengt zijn vriend hem naar een ziekenhuis, maar Karel wordt direct overgebracht naar het grote Maria-Josef-Hospitaal, ook in Greven. Hier wordt hij wegens een darmverkleving geopereerd. In de ochtend van 15 april 1945 overlijdt Karel, 30 jaar oud. Nadat hij eerst is begraven in Greven, worden zijn stoffelijke resten begin 1952 herbegraven op het Nationaal Ereveld te Loenen. Zijn vrouw hertrouwt in 1948.

Bron: Stadsarchief Rotterdam