Cornelis Docter

DOCTER (Cornelis, roepnaam Cor), geboren te Rotterdam op 17 juli 1925. In mei 1928 verhuist hij met zijn ouders van de Agniesebuurt naar Overschie. Eerst naar de Nassaustraat en in januari 1934 naar de Pieter van Aschstraat 52a. Bij de razzia van 10 november 1944 wordt Cor, net als zijn oudste broer Johannes, opgepakt, hij is dan 19 jaar. Om verschillende redenen doen de broers geen poging tot onderduiken. Ze durven niet vanwege het Duitse machtsvertoon, een serieuze mogelijkheid om zich in huis te verstoppen ontbreekt, het gevolg geven aan het “bevel” betekent dat de ouders meer te eten zullen krijgen en het risico van verraad is ook een factor. De broers moeten naar het terrein van de houthandel Van Stolk, als verzamellocatie, en gaan dan lopend naar Delft. Daar raken de broers elkaar kwijt. Johannes zoekt vergeefs naar Cor, wanneer hij in Delft een mogelijkheid ziet uit de rij te glippen. Cor brengt de nacht door in de Technische Hogeschool. Het transport gaat verder met de trein, waarin Cor en zijn lotgenoten plaats moeten nemen in overvolle veewagons. Via het ventilatierooster weten verschillende mannen te ontsnappen, gevreesde reacties van de Duitse bewakers blijven uit. Cor heeft niet voldoende lef of is niet wanhopig genoeg om het voorbeeld te volgen. Hij zit de eindeloze rit naar Duitsland volledig uit. Vermoedelijk bereikt Cor in mei/juni 1945 veilig Rotterdam-Overschie. Na de oorlog bouwt hij, onder verschillende pseudoniemen, een aanzienlijk oeuvre op als schrijver van voornamelijk detectiveromans. Men noemt hem wel de kroonprins van de buurtbibliotheken. Cor trouwt, wordt vader en verlaat de stad. Op 1 april 2006 overlijdt hij in Etten-Leur, 80 jaar oud. Bij leven vierde zijn vader op 1 april zijn verjaardag.

Bron: Stadsarchief Rotterdam