Franciscus Michiel Caron

Ook bekend als: Frans

Frans wordt op 16 december 1902 geboren in Den Hout bij Oosterhout, als vijfde van de elf volwassen geworden kinderen van Johannes Caron en Maria van de Laar. Hij woont in Made, waar hij werkzaam is als expediteur. In april en mei 1943 worden in bezet Nederland landelijke stakingen gehouden in reactie op het Duitse bevel aan alle Nederlandse oud-militairen om zich te melden voor krijgsgevangenschap. De stakingen worden hardhandig neergeslagen. Tegen deze achtergrond wordt ook Frans op 3 mei in de omgeving van Dongen gearresteerd door de SS uit Vught. Ook hij wordt in verband gebracht met de organisatie van een staking. Frans wordt als dwangarbeider ingezet op vliegveld Gilze-Rijen, waar Kamp Vught een buitenkamp heeft. Vanwege het naderen van de geallieerden gaan de Duitsers begin september 1944 over tot de evacuatie van Kamp Vught. De meeste mannelijke gevangenen worden gedeporteerd naar Sachsenhausen bij Berlijn, onder wie ook Frans, die op 6 september op transport wordt gezet. Het is niet precies bekend wat er daarna met Frans is gebeurd. Het Rode Kruis neemt aan dat Frans in februari 1945 op transport is gesteld naar Bergen-Belsen. Dit kamp wordt tegen het einde van de oorlog door de Duitsers gebruikt als ‘dumpplaats’ voor gevangenen. Vanuit de andere kampen worden ze op dodenmars hier naartoe gestuurd. Met name in Lager-II, waarin Frans vermoedelijk terechtkomt, zijn de omstandigheden deplorabel slecht. In het kamp worden de gevangenen geheel aan hun lot overgelaten. Ze worden in overbevolkte, onhygiënische barakken samengebracht terwijl ze ernstig lijden onder het tekort aan eten, medicijnen en kleding. Ondertussen staan ze ook bloot aan de stelselmatige mishandelingen van de bewakers die hen uitputtende dwangarbeid laat verrichten, zodat ze nog verder verzwakken. Als gevolg van de extreem slechte omstandigheden breekt in het voorjaar van 1945 een vlektyfusepidemie uit in het kamp die aan tienduizenden gevangenen het leven kost. Na de bevrijding van het kamp door de Britten op 15 april zouden nog eens 14.000 slachtoffers bezwijken aan de gevolgen van ziekte, ondervoeding en uitdroging. Frans heeft Bergen-Belsen niet levend verlaten. Nagenoeg zeker is hij daar tussen 5 april en 31 mei 1945 bezweken aan de ontberingen. Als juridische overlijdensdatum is voor hem 31 mei 1945 vastgelegd. Hij is daarmee 42 jaar geworden.

Bron: Brabantse Gesneuvelden