Joodsche Raad van Den Haag
De Joodse Raad van Den Haag werd voor Den Haag en Leiden ingesteld en functioneerde van oktober 1941 tot eind september 1943. Mr. Henri Edersheim, bankier en zionist, was de secretaris en vertegenwoordiger. De Raad was gevestigd op Hartogstraat 1. In een pand aan de Nieuwe Parklaan zaten medewerkers de cartotheek voor de deportaties in orde te maken. Het bestuur van de afdeling Den Haag was ook verantwoordelijk voor het opstellen van lijsten met namen van gesperrden, personen die voorlopig werden vrijgesteld van deportatie. In Den Haag, Voorburg en Rijswijk zaten diverse voorlichtingsbureaus. In augustus 1942 begonnen de deportaties van de Haagse Joden naar de kampen. Na 23 april 1943 mochten er geen Joden meer in Den Haag wonen. De laatste medewerkers van de Joodsche Raad van Den Haag werden eind september 1943 gedeporteerd.