Het Generalkommissariat für Finanz und Wirtschaft (financiën en economie) werd op 29 mei 1940 ingesteld met aan het hoofd dr. Hans Fischböck. Vier Generalkommissariate, die deel uitmaakten van het Reichskommissariat, gaven sturing aan de Nederlandse bestuursorganen en hielden toezicht op hun functioneren. Het Generalkommissariat für Finanz und Wirtschaft had tot bevoegdheid alle aangelegenheden van de departementen van Financiën, Economische Zaken, Waterstaat, Sociale Zaken (behalve volksgezondheid en culturele en sociale jeugdzorg) en de Nederlandse Posterijen. De twee hoofddoelen van zijn beleid waren het dienstbaar maken van de Nederlandse economie aan de Duitse oorlogsproductie en het inkapselen van Nederland in een Europese ‘Großraumwirtschaft’.