De bijbel was in het bezit van gevangene Johan Hettema. Op de derde pagina schreef Hettema zijn naam. Ook zitten er in de bijbel verschillende gedroogde bloemen en bladeren, losse blaadjes uit een kalender en gekleurde pots it notes.

Het oorlogsmonument 'De Wacht' in Rotterdam is opgericht ter nagedachtenis aan drie verzetsmensen uit de stad die in de strijd tegen de bezetter zijn omgekomen. De namen van de drie slachtoffers luiden: Geurt Bosch, Wim Hartman en Han Oudwater. Wim Hartman, Han Oudwater en Geurt Bosch waren jonge medewerkers van het illegale blad De Wacht . Op 8 maart 1945 zijn zij door de bezetter op de Waalsdorpervlakte ...

Op de voorkant staat "Laatste cel is 604". Dit betreft de laatste cel van Hedrik Middendorp.

Met woord van welkom door Bill Minco en herdenkingsrede door de zoon van Dominee Gerrit Bos: Wim Bos.

Het boekje is bedoeld als een herinnering voor degenen die gedurende de jaren 1945-1985 de herdenkingen in het Oranjehotel hebben bijgewoond. Het is samengesteld aan de hand van in het archief aanwezige gegevens. Inhoud: Korte geschiedenis van het Oranjehotel, De "Stichting Oranjehotel", De Doodencel 601, De Doodenboeken, Het Poortje, Het Monument, Herdenkingen, Het Gedenkboek, Ontstaan en werkwijze ...

De onderkant van de brief ontbreekt. Henny verklaart in de brief zijn liefde aan Jeanneke en verlangt daarnaast ook erg naar zijn moeder. Beiden geven hem veel steun.

In de brief schrijft Henny over het bezoek dat Jeanneke hem bracht en hoeveel steun zij hem geeft. Ook haalt hij herinneringen op en waarschuwt haar om geen domme dingen te doen om hem vrij te proberen krijgen.

De onderkant van de brief ontbreekt. In de brief wenst Henny Jeanneke een prettige verjaardag en hij schrijft hoeveel steun zij hem geeft. Er is ook een notitie in een ander handschrift: "Henny is gevang. genomen 27 Febr en gestorven Woensdag 30 Juni 1943 ’s morgens 8 uur".

Het gedicht is opgedragen aan gevangene Jan Verhagen, die in de cel naast Foppema zat. Het maakte onderdeel uit van zijn bundel verzetsgedichten Spijkerschrift mei 1940-mei 1945, dat hij in 1945 publiceerde.

In de brief, bestaande uit vier pagina's, beschrijft Gerrit Jan hoe hij met vier man in één cel zit. Ze zijn allen die dag ter dood veroordeeld. Hij haalt veel steun uit het geloof en verwacht zijn familie weer in het hiernamaals te zien. Gerrit Jan eindigt de brief met een zelfgeschreven gedicht waarin hij zijn familie vraagt moed te houden.