Rood-wit gestreepte rok van wol, gezet in een witte keperband en van onderen afgewerkt met een gevlochten katoenen koordje. De rok is afkomstig uit Noord-Holland.

Vrouw bij een waterput in Oud Schoonebeek. De vrouw is gekleed in daagse dracht. Naast de waterput staat een slijpsteen.

Jonge vrouw in Volendammer streekdracht. Ze draagt een 'hul' (muts), jak, bontje (schort) en muilen.

Gedessineerde wollen mousseline met een bruin fond en meerkleurige motieven, afkomstig van een kinderjurk uit Spakenburg. In Bunschoten en Spakenburg werden dergelijke kinderjurken gedragen door zowel jongens als meisjes. Dergelijke stof werd ter plaatse 'bloemsaai' genoemd. Een jurk van deze stof is geschikt voor de zondagse dracht. Ook klapmutsen voor jongens werden van bloemsaai gemaakt. Een klapmuts ...

Vrouw in streekdracht uit Huizen. Ze is gekleed in zondagse dracht en draagt de zogenoemde oorijzermuts.

Mevrouw Wolbers uit Orvelte in Drentse streekdracht. Ze is gekleed in zondagse dracht.

Het bruidspaar Maretje Kes en Jacob Moenis, gekleed in het ondertrouwpak, onderweg naar het Raadhuis op Marken.

Het echtpaar Schuring uit Hijken, gekleed in Drentse streekdracht, zit bij het open vuur.

Bidprentje ter gedachtenis aan Geertruda van Hoof-Kerkhof, geboren op 26 juni 1878 in Rosmalen en aldaar overleden op 18 augustus 1940. Geertruda is gekleed in streekdracht.

Kaper van een halfwollen stof, gevoerd met zwarte katoen. De kaper heeft aan de buitenzijde een versierde band van moiréelint. Voor de kapers wordt een vorm van karton overtrokken met textiel. Ze worden op de muts gedragen. Deze kaper is afkomstig uit Wieringen en wordt ook wel 'bubbekaper' genoemd.

Het uitgaan van de kerk in Ommen.

Lobberig Teerhuis en Klaas Zeeman, verkleed in de dracht voor 'Pinkstermaandag' ter gelegenheid van deelname aan een optocht waarbij een Marker bruiloft werd uitgebeeld. Deze optocht vond plaats op vrijdag 31 augustus 1945 vanwege Koninginnedag.

Daagse opknapmuts voor in de rouw van effen witte katoen, opgemaakt met gepijpte voorstroken, 'slakkedopjes' en een gevouwen achterstrook. De muts sluit met lange banden die met haakjes in ogen aan de muts gehaakt worden. De voorstroken zijn op een band bevestigd, waarop aan de binnenzijde van de muts met ballpoint is geschreven. Leesbaar is de familienaam Huisman. Vermoedelijk wordt deze gevolgd door ...

Jannetje Appel-Boes met haar kinderen: Jaap, Martje, Geertje, Sijtje en Trijntje. Ze dragen Marker streekdracht.

Het twijnen van zelfgesponnen schapenwol, gedemonstreerd door Beertje Veijer in Rouveen. Drie draden worden getwijnd tot één draad. In de loop van de Tweede Wereldoorlog was er bij de winkels geen breiwol meer te krijgen. Door zelfgesponnen schapenwol te twijnen, kon zelf breiwol voor kousen en sokken worden gemaakt.

Vrouw in streekdracht uit Huizen. Ze is gekleed als bruid op de dag van het aantekenen. Ze draagt een oorijzermuts met een 'rozenkant' en een lichtblauw schort.

Linnen opkledersbauw met in rood de initialen 'IC' en 'GH'. Dergelijke bauwen werden op Marken gedragen door pasgeboren kinderen.

Vrouw in streekdracht uit Huizen. Ze draagt de zondagse dracht met de oorijzermuts.

Vrouw in streekdracht uit Huizen. Ze is gekleed in de daagse dracht. Op het hoofd draagt ze een 'pikmuts' (gehaakte muts). Deze mutsen worden gedragen door vrouwen die zondags een kornetmuts dragen.

Een blauwdruk met een detail van een 'hullekap', afgewerkt met Vlaamse kloskant, gedragen door een jongen op het eiland Marken. Dit is een Vlaamse kant met doorlopende draden, te dateren omstreeks 1660-1670. De blauwdruk is vervaardigd door NOM-medewerkers tijdens veldwerk in 1943.

Bruidspaar Trijntje de Groot en Cornelis Teerhuis, gekleed in streekdracht van het eiland Marken. Deze kleding wordt gedragen bij de huwelijksvoltrekking op het gemeentehuis.

Meisje uit Hijken, verkleed in oude Drentse kinderdracht.

Losgetornde muts met een bol van geborduurde tule en een strook van 8 centimeter brede machinale Rijsselse kant. De muts is vermoedelijk afkomstig uit Friesland.

Vrouw uit Stepelo in Twentse streekdracht. De vrouw is rooms-katholiek. Ze is gekleed in haar uitgaanskostuum. Op haar hoofd draagt ze een zogenoemde knipmuts (kornetmuts) met opstaande voorstrook.