Doek
Ketting en inslag: handgesponnen witte katoen. Techniek: linnenbinding. Een ribbelpatroon ontstaat door regelmatig in een min of meer vaste volgorde een veel dikkere draad (4-draads, S-twijn) als inslag te gebruiken. De volgorde is: 1 dik, 3 (4,5) normaal, 2 dik, 3 (4,5) normaal, 1 dik. De totale breedte van deze groep varieert van 0,75 tot 1 cm en wordt om de 1,75 tot 2,75 cm herhaald. De doorgesneden kettingdraden zijn verwerkt in een decoratief gevlochten rand - 'palmeado' geheten - die overgaat in hele korte, losse franjes. Het verkregen patroon bestaat uit een combinatie van enkelvoudig en getwijnd vlechtwerk. Het motief wordt 'flor de guayaba' genoemd.
- RV-5946-436
- servilleta
- doek
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
