Kraplap

Gemaakt van bedsteegordijnen van Eemdijk.;Een kraplap met blauwe bloemen op een witte ondergrond hoort bij de lichte rouw, of rouw in weken. Grote bloempatronen horen bij kleding voor speciale gelegenheden. Sitsen kraplappen zijn vaak gemaakt van oude rokken of jakken ook van buiten het dorp.;Kraplappen ontwikkelen zich van ondergoed in de 18de eeuw tot sierkledingstukken in de 19de en 20ste eeuw.;Ontwikkeling Bu/Sp:;1880: kleine kraplap, aan schouders breder dan aan onderzijde, sluiting op de schouder, vrijwel ongesteven.1900: zijkant recht, kraplap breder zodat hij uitsteekt, sluiting nog op schouder.1920: voor en achter langer, sluiting achter, stijver gesteven.;1940: kraplap wordt nog langer, zodat omstreeks 1960 de achterzijde tot de taille reikt. Hij wordt iets smaller. Stijf gesIn de winter wordt onder het jak een smallere of een dubbelgeslagen exemplaar gedragen.;De stof van de kraplap varieert naargelang de situatie. Antieke sits voor speciale gelegenheden. Verder stoffen voor in het werk, de middag, de zaterdagmiddag en de verschillende rouwgraden. Samengesteld uit lapjes sits, wit fond, blauwe bloemmotieven met lila ranken. Lichte rouw. Witte voering.