Doek
Ketting en inslag: handgesponnen witte katoen. Techniek: linnenbinding. Een ribbelpatroon ontstaat door regelmatig in een min of meer vaste volgorde een veel dikkere draad (2-draads, S-twijn) als inslag te gebruiken. De volgorde is: 1 dik, 3 normaal, 2 dik, 3 normaal, 1 dik. De totale breedte van deze groep is ongeveer driekwart centimeter en wordt om de 2,25 tot 2,5 cm herhaald. Onder en boven is het weefsel voorzien van een zoom die dient als basis voor de later aangebrachte geknoopte sierrand. Het knoopwerk bestaat uit tweemaal vier driehoeken (puntas geheten), versierd met geometrische en bloemmotieven.
- RV-5946-448
- servilleta
- doek
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
