Waterschap Loven en Willemskerke, 1653-1966
Inleiding Op 7 jan. 1542 werd aan Jan van de Falie octrooi verleend tot bedijking van de Loven- en Koudepolder, die respectievelijk in 1542 en 1545 bedijkt werden. De te bedijken schorren werden in het octrooi omschreven als "ligghende voor den voors. polders van Vremdijck, Willemskercke ende eenighe quantiteyt van lande hier voortijts ghedijckt ende daer naer weder gheinundeert metten ouden landtdijck, die men heet den dijck van Artois bij 't voors. gat van der nyewer sluys". De Vremdijke polder zou via de nieuwe dijkage sueren en moest daarom meebetalen in de aanleg van de sluis en watergangen. De Willemskerkepolder is ouder. Het was een der weinige parochies die in 1508 in dit gebied nog niet ten prooi aan het water was gevallen. De polder heeft echter herhaalde malen gedurende kortere of langere tijd onder water gestaan. Een innundatie dateerde van 1583. Het duurde tot 1591 eer de polder weer bedijkt werd. Het bedijkingsoctrooi werd door de Staten van Zeeland op 1 mei 1590 verleend. Als voorwaarde werd gesteld dat de nieuwe dijk op bepaalde afstand van de fortificatiewerken van Terneuzen moest gelegd worden. Buiten de bedijking viel ca. 400 geniet aan de zuidzijde, waar het dorp Willemskerke gelegen was. In 1594 vond wederom overstroming plaats. Aan de noordzijde werden in 1602 en 1607 inlaagdijken gelegd. De inlaag van 1607 viel in jan. 1610 ten prooi aan de zee. Hierna zijn zeker nog andere inlaagdijken gelegd. Op 19 dec. 1615 viel de nieuwe inlaagdijk van (1610) in de diepte. Ook hierna verminderde de polder nog in omvang. Na de inundatie op 8 mrt. 1625 was deze nog ruim 328 gemet groot. De samenwerking met de Lovenpolder volgde na de regelmatig terugkerende rampen. In 1653 toen de dijk van de Lovenpolder was doorgebroken en die van de Willemskerkepolder zwaar werd beschadigd vond wederom herstel plaats, waarschijnlijk met bijdragen van de achterliggende polders. Men besloot toen de gewone en buitengewone werken aan de zeedijken van de Loven-, Willemskerke- en Vlooswijkpolder voor gezamenlijke rekening uit te voeren. Waarschijnlijk is hiervan niet veel terecht gekomen, want na de inundatie van de twee eerst genoemde polders in 1682 werd opnieuw tot samenwerking besloten. Hierna overstroomde alleen de Lovenpolder nog in 1808. Aanvankelijk lag de zeesluis van de Lovenpolder via welke polder ook de Willemskerkepolder loosde, aan de zuid-oostzijde ter hoogte van de Oud-Westenrijkpolder. In verband met de aanslibbing van deze sluis, zal de suatie naar de noordzijde verlegd zijn. Inmiddels was de Vremdijkepolder, die aan deze zijde lag, in 1600 voorgoed aan de zee prijs gegeven. Mogelijk is de uitwatering in 1616 verlegd, daar in dat jaar wordt vermeld dat het water in de Lovenpolder zeer hoog stond in verband met de bedijking van de Oud-Westenrijkpolder. Sedert de bedijking van de Braakmanpolder geschiedde de lozing van het oppervlaktewater via de spuilcom en spuisluis van die polder.
- Archieven Zeeuws Archief
- Archief
- 3626
- Verkeer en Waterstaat
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer