Heer Janszpolder, 1746-1959
Inleiding De Heer Janszpolder had in 1958 een kadastrale grootte van 316.22.56 ha, met een belastbare oppervlakte van 276.96.14 ha. Op 23 december 1694 kregen de ambachtsheren van Geersdijk en Wissenkerke, Soelekerke en-Oud-Kampen van de Staten van Zeeland het octrooi tot bedijking van de gorssen en slikken op hun gebied. De ambachtsheren vonden de vrijdommen echter niet voldoende om de onderneming te wagen en dienden een nieuw request in. Op 19 april 1696 verleenden de Staten een aanvullend octrooi met meer vrijdommen, omdat de dijk op het noord-westen zou komen te liggen. Wat de reden is geweest dat de polder eerst 1699 bedijkt werd is niet bekend. Het octrooi verliep, zoals gewoonlijk na twee jaar. De polder is ten gevolge van de storm van 14 en 15 januari 1808 overstroomd. Voor de suatie, zie de inleiding van de inventaris van het archief van het waterschap Heer Jansz c.a. Bij dit uitwateringswaterschap was de polder van de oprichting af in 1879 aangesloten. In verband met de polderconcentratie op Noord-Beveland werd de polder opgeheven en opgenomen in het per 1 januari 1959 nieuw gevormde waterschap Noord-Beveland. Het polderbestuur heeft de lopende zaken in 1959 afgewikkeld. Literatuur: Provinciale almanak 1958. De Bruin en Wilderom. Tussen afsluitdammen en deltadijken, deel I, Noord-Beveland. 1961. Notulen van de Staten van Zeeland 1696.
- Archieven Zeeuws Archief
- Archief
- 3216
- Verkeer en Waterstaat
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer