Aanplakbiljet, Aankondiging van een bijeenkomst
Deze zaterdagmiddag presenteerde een aantal meest jonge dichters zich aan het Leidse publiek. We mogen aannemen dat het drietal sprekers een overzicht gaf van de ontwikkelingen van de afgelopen twee jaar op het gebied van de moderne poëzie. Jan Praas (1921) had hierbij een voortrekkersrol gespeeld. Hij was afkomstig uit Twente, woonde in Utrecht en studeerde MO Nederlands in Amsterdam. In 1943 was hij begonnen met de uitgave van het tijdschrift Parade der Profeten, waarin hij veel nieuw talent liet publiceren. Een jaar later was hij gaan samenwerken met Willem Karel van Loon die in Den Haag/Voorburg een soortgelijk tijdschrift had uitgegeven. Praas en Van Loon hadden een goede neus voor talent. In Parade der Profeten hadden bijdragen gestaan van Guillôme van der Graft, Charles B. Timmer, W.F. Hermans (debuut), Hans Warren, Paul Redenko, Hein Roethof en ‘Kees’ Stip. Ook had het blad ruimte gegeven aan enkele jonge Leidse dichters zoals Jan Zitman, Willem Veltman, Wout Blok, André van Holk en Hans van Straten. Na de bevrijding begonnen Praas en Van Loon een nieuw tijdschrift Columbus, waarvan het eerste nummer in oktober 1945 verscheen. Een van de medewerkers was Jan Vermeulen (1923), die in Leiden de HBS had afgemaakt en in 1944 een klein uitgeverijtje was begonnen, De Molenpers. Vermeulen had gedichten uitgegeven van Gerrit Achterberg, die hij persoonlijk kende, en Bertus Aafjes. Hij had eerst gewerkt bij Burgersdijk & Niermans, maar na de bevrijding trad hij in dienst van de Haagse uitgever A.A.M. Stols, die ook Columbus ging uitgeven. Columbus ging in oktober 1947 op in het tijdschrift Podium. Op die zaterdagmiddag 8 september 1945 verzorgde een aantal dichters een optreden na de pauze. Jan Zitman trad hierbij op onder zijn pseudoniem Theo van Alkemade. Gedurende de bezetting waren er verschillende tijdschriften over poëzie verschenen. De oplage was niet bijster hoog. Aangezien de tijdschriften niet beroepsmatig werden uitgegeven, vielen ze niet onder de regeling van de Kultuurkamer. In Parade der Profeten hadden de meeste auteurs onder hun eigen naam gepubliceerd terwijl in de Haagse tijdschriften meestal pseudoniemen werden gebruikt. Ook Praas had een pseudoniem. Als Floris d’Arkeneel schreef hij in 1986 een boek over dr. Johan Brouwer, waarvan hij op school Franse les had gehad. Brouwer had meegedaan aan de overval op het Amsterdamse Bevolkingsregister in 1943, was gearresteerd en gefusilleerd. De lessen van leraar Brouwer hadden veel indruk op Praas gemaakt, maar het zette hem niet aan tot illegale activiteiten. Praas keek later met voldoening terug: “een prachtige tijd” ondanks de oorlog. Poëziemiddag met drie lezingen en optredens van een aantal jonge dichters.
- Beeldbank WOII
- Aanplakbiljet, Aankondiging van een bijeenkomst
- LB 1372 foliodeel
- Aanplakbiljetten
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer