Commissie van toezicht op het godsdienstonderwijs, Leiden
Geschiedenis van het archief: Inleiding De Commissie van toezicht op het godsdienstonderwijs is ingesteld door de Bijzondere Kerkeraad op 31 januari 1817. Dit gebeurde in navolging van het in 1816 landelijk vastgestelde Reglement op het godsdienstig onderwijs in de Nederlands Hervormde kerk. De commissie functioneerdeaan de hand van dit reglement. Zij vergaderde elk kwartaal bij een van de leden thuis. Voor zover het is overgeleverd, begint het archief op 9 februari 1836, toen men in navolging van het besluit van een vorige vergadering begon met het bijhouden van een notulenboek. De Commissie van toezicht op het godsdienstonderwijs was belast met het verzorgen van en het houden van toezicht op het godsdienstonderwijs aan alle (ex-)leerlingen van de scholen en bewoners van gestichten in Leiden. Ook bedeelden werden in de gelegenheid gesteld godsdienstonderwijs te volgen. De commissie zorgde zelf voor de vorming en aanstelling van het onderwijzend personeel. De leerlingen moesten voor de lessen een klein bedrag betalen. Hiervan werden de prijsjes gekocht die jaarlijks na de examens als beloning voor de behaalde resultaten werden uitgereikt. Verder organiseerde de commissie de uitvoering van het bezoek aan zieken. Dit bezoek werd uitgevoerd door speciaal daarvoor aangestelde personen. Jaarlijks bracht de commissie van haar werkzaamheden verslag uit aan de Kerkenraad.
- Commissie van toezicht op het godsdienstonderwijs van de NH gemeente Leiden , 1836-1909
- Archieven Erfgoed Leiden en Omstreken
- Archief
- NL-LdnRAL-0267
- religie
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer