Usquert, oorlogsmonument
Het oorlogsmonument in Usquert (gemeente Het Hogeland) herinnert aan vier militaire- en verzetsslachtoffers en aan drie joodse slachtoffers die zijn omgekomen ten gevolge van oorlogshandelingen. De namen van de zeven slachtoffers luiden: Pieter Tako Bierema, Allert Elema, Julius van der Hal , Samuël van der Hal , Kaatje van der Hal-Cohen , Pieter Elibert Hut en Harco van Oosten. Piloot Pieter Tako Bierema sneuvelde op 10 mei 1940. In de schermutselingen boven Den Haag had hij met zijn boordschutter drie Duitse vliegtuigen neergehaald, toen hijzelf boven Kijkduin werd getroffen en neergehaald. Hij overleefde de crash niet. Allert Elema was luitenant van de Ordediensten van het district Hogeland. Kort na de capitulatie waren deze ordediensten opgericht om de openbare orde te handhaven en om, na de bevrijding, het lokale bestuur weer op te bouwen. Hij behoorde ook tot de BS-groep die in Usquert was ontstaan. Op 1 april werd Elema opgepakt en met vele anderen in het Huis van Bewaring in Groningen vastgezet. Op 8 april 1945 werd hij, samen met negen andere verzetsmensen, gefusilleerd. Hoewel aanvankelijk 'over het hoofd gezien' als slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, eiste deze oorlog ook de levens van het Joodse gezin van Samuël van der Hal, zijn vrouw Kaatje Cohen en hun zoon Julius die in de Hoofdstraat woonden. Samuël is op 1 april 1942 opgepakt en afgevoerd naar Winsum wegens overtreding van een van de voor joden ingestelde regels. Hij vermoedde het ergste en pleegde zelfmoord. Kaatje en Julius zijn omgekomen in Auschwitz. Pieter Elibert Hut weigerde in 1941 lid te worden van de door de bezetter ingevoerde Kulturkammer (hij speelde in een toneelgezelschap), weigerde om voor de ingestelde Winterhulp op pad te gaan en dook onder toen hij zich in Groningen moest melden voor de tewerkstelling in Duitsland. Hij werd een van de grondleggers van de verzetsgroep Bedum, die verschillende overvallen pleegde. Hij werd verraden en op 5 augustus 1943 door de Sicherheitsdienst in de stad Groningen doodgeschoten. Harco van Oosten werd lokaal commandant van de BS-groep die in Usquert ontstond, nadat prins Bernhard in september 1944 de verschillende verzetsgroepen had opgeroepen hun krachten te bundelen in de Binnenlandse Strijdkrachten. Deze groep werd eind maart 1945 verraden en op 1 april opgepakt. van Oosten werd van huis gehaald en diezelfde dag tussen Breede en Rasquert gefusilleerd. De Tweede Wereldoorlog was in Usquert en omgeving tamelijk rustig begonnen. Door de mobilisatie werd er een groep militairen op Rottumeroog gelegerd, waarbij de bevoorrading en verlofgang via de haven van Noordpolderzijl verliepen. Dit zorgde voor de nodige bedrijvigheid. Omdat de lichtingen 1924 tot 1939 waren gemobiliseerd, kregen heel wat gezinnen in Usquert het benauwd toen de oorlog op 10 mei 1940 uitbrak. Dat nam nog toe toen spoedig na de capitulatie op 15 mei 1940, na evacués uit de Randstad, ook zo'n 20 Duitsers in Usquert werden ingekwartierd in een van de villa's. De lichamen van de vier verzetsstrijders liggen begraven op de begraafplaats van Usquert. Naar alle vier zijn in Usquert straten vernoemd, net als naar Samuël van Hal. Onthulling Het monument is onthuld in 1993.
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 2709
- Vervolgden Nederland
- Gedenkmuur
- Verzet Nederland
- Militairen in dienst van het Ned. Kon. 1940-1945
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer