Ellecom, 'Joods monument'
Het 'Joods monument' in Ellecom (gemeente Rheden) is opgericht ter nagedachtenis aan de drie joodse mannen die tijdens het werk op het landgoed 'Avegoor' zijn omgekomen. De namen van de drie joodse slachtoffers luiden: Meier de Groot , Jacob de Leon en Alfred Tuvij . Op het monument staan de namen van enkele slachtoffers anders vermeld dan in het Digitaal Joods Monument. 'Kamp Palestina' in Ellecom was het eerste Nederlandse werkkamp van de bezetter. Vanaf januari 1942 werden vele joodse mannen door de bezetter opgepakt en als onbetaalde kracht naar werkkampen gestuurd. Een van deze beruchte kampen was gedurende elf weken in Ellecom gevestigd. In 1941 was op het landgoed 'Avegoor' een opleidingsschool voor de Nederlandse SS'ers in gebruik genomen. In groepen van honderd man kregen zij theorielessen en schietoefeningen. In 1942 kwam men op het idee om een turnhal en een sporthal te laten aanleggen door joodse gevangenen uit kampen. Op 3 september 1942 werd een groep van 139 joodse mannen naar Ellecom overgebracht. Zij werden gehuisvest in een oude, geblindeerde villa, 'Irene' geheten, door de Duitsers 'Kamp Palestina' genoemd, aan de Zutphensestraat. In het boek Joods leven in Dieren, Rheden en Velp schreef Hans Kooger de volgende passage over de leefomstandigheden in het werkkamp: 'Zij werden beroofd van hun kleding, levensmiddelen, geld en waardepapieren. Zij kregen dunne kleren aan en klompen. Ze werden samengeperst op kleine kamertjes, die nauwelijks werden schoongehouden, zodat ongedierte vrij spel had. De groep van 139 moest in een moordend tempo werken aan de aanleg van een sportveld en helpen bij de bouw van een sporthal. Er was een smalspoor aangelegd in het park van Avegoor, langs de hoofdingang, naar het achterliggende moeras dat de joden moesten afgraven. Dat alles onder voortdurend geransel van de Nederlandse bewakers, die met knuppels en karwatsen tekeergingen. Af en toe kwam een Duitse beroepsbokser de joden als weerloze sparringpartners gebruiken... Het kamp in villa 'Irene', dat al spoedig 'Palästina' genoemd werd, was een oefenschool in wreedheid voor de Nederlandse SS’ers, die zich volkomen op de ongelukkigen uitleefden. Het eten was onvoldoende. Sommigen, die naar de zin van hun beulen niet hard genoeg gezwoegd hadden, kregen soms dagen achter elkaar niets te eten. Een Hongaarse arts, een van de gevangenen, kon en mocht ook niets voor de zieken doen.' Als gevolg van de erbarmelijke omstandigheden kwamen drie joodse werkers om het leven. Zij werden begraven op de Bijzondere begraafplaats in Ellecom. In totaal maakten 103 mensen in elf weken het werk af. Daarna werden zij op transport gesteld naar het doorgangskamp Westerbork. Sterk ondervoed en ziek kwamen zij daar aan. Het gemiddelde gewicht van de mannen bedroeg slechts 36 kilogram. In het Drentse kamp overleden nog eens twaalf man. De overige mannen werden na drie maanden overgebracht naar vernietigingskampen. Slechts 35 van hen hebben de oorlog overleefd. Onthulling Het monument is onthuld op 6 september 1995.
- Harry de Leeuw
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 2156
- Vervolgden Nederland
- Overig
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer