Roosteren, 'Monument voor Nederlandse Militairen'
Het 'Monument voor Nederlandse Militairen' in Roosteren (gemeente Echt-Susteren) is opgericht ter nagedachtenis aan vijftien soldaten die tijdens de mobilisatie in de meidagen van 1940 zijn gesneuveld. De namen van de vijftien slachtoffers luiden: A. Arets, W. Bellen, P.M. Braun, P.J. Lamers, P.M. de Lang, J. Luttgens, P.J. Munnich, P.E. van Rozendaal, S. Spieker, L. Stanneveld, J.W.G. Teeven, M.H. Tilmans, P.J. Vaessen, J.J. Vanhouttem en W. Vonken. De gesneuvelde soldaten behoorden tot de 6de reserve grenscompagnie die toen onder andere belast was met de bewaking van de brug over het Julianakanaal bij Oud-Roosteren. In de vroege ochtend van 10 mei 1940 werd de groep overrompeld door een commando-eenheid van het Duitse leger die gekleed ging in Nederlandse militaire overjassen en voorzien was van Nederlandse helmen. Het waren van oorsprong Nederlanders die banden hadden met Duitsland en door de Duitse inlichtingendienst (de 'Abwehr') waren opgeleid. De meesten van hen spraken nog vloeiend Nederlands. Hun voornaamste taak was belangrijke strategische objecten (indien mogelijk) onbeschadigd in handen te krijgen. De bruggen over het Julianakanaal waren van belang om pantsereenheden snel door Zuid-Nederland te kunnen laten oprukken naar het hart van Nederland, waar luchtlandingstroepen en parachutisten vanwege hun lichte bewapening mogelijk in het nauw gedreven konden worden. In de nacht van 9 op 10 mei 1940 hadden de Nederlandse bewakingsdetachementen te horen gekregen dat ze de bruggen op eigen initiatief konden opblazen. Om 3.00 uur werd de 'volledige graad van strijdvaardigheid' afgekondigd, waarbij de wapens vuurklaar werden gemaakt en springladingen bij bruggen op scherp werden gesteld. De commandant van de bewakingseenheid bij de brug van Roosteren meldde in een verslag 'dat er om plusminus 3.30 uur een patrouille van 15 man onder commando van een kapitein der militaire politie, genaamd Willems bij de brug is aangekomen'. Daarop besloot de Nederlandse commandant, de reserve-kapitein Braun, samen met sergeant Spieker per auto naar de brug te gaan. Op de brug kwam het tot een gewelddadige confrontatie tussen de Nederlandse militairen en de Duitse commando-eenheid. Bij dit vuurgevecht zijn Braun en Spieker en vier Duitsers om het leven gekomen. De ontwerper van het monument, Frans Vayssier, was in 1940 als onderofficier betrokken bij het gevecht op de brug. Toen Vayssier ter plaatse aankwam, werd hij meteen door een schreeuwende Duitse soldaat hardhandig ontwapend. Op vier meter afstand zag hij dat kapitein Braun hevig bloedend uit een wond aan de hals op de grond lag. Toen Vayssier te hulp wilde schieten, werd hij bruut verwijderd. Even verderop lag de eveneens zwaargewonde sergeant Spieker. Vayssier: 'Na deze afschrikwekkende ervaring gaf Willems mij het bevel zijn laarzen uit te trekken, vanwege verwondingen aan zijn dijbenen.' Toen Willems de Nederlandse uniformjas die hij droeg, losknoopte zag Vayssier dat de rangonderscheidingstekens op de kraag niet klopten. Onthulling De gedenkplaat is onthuld op 10 mei 1949 door oud-verzetsstrijder en voormalig lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de heer Jan M. Peters. De gedenkplaat stond op het landhoofd aan de westelijke zijde van de brug over het Julianakanaal. Toen het landhoofd verdween, is de plaat overgebracht naar de kazemat. Het hernieuwde monument is onthuld op 10 mei 1967 door de lokale geestelijken.
- Frans A.C. Vayssier
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 1228
- Plaquette
- Militairen in dienst van het Ned. Kon. 1940-1945
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer