Er valt niets meer te repareren

Dit werk behoort tot de serie van 30 pastels, getiteld 'To the grandparents I never knew', die Marianne van den Bergh in de jaren 1981-1984 maakte in haar atelier in New York. De serie is voortgekomen uit een jarenlang proces van het verwerken van haar achtergrond. Haar beide ouders overleefden de concentratiekampen, en de 'Holocaust' is altijd een onafscheidelijk stuk van haar denken geweest. Sinds haar twaalfde probeerde zij via tekenen en schilderen iets met haar machteloze woede en rouw te doen, maar pas na het maken van deze serie voelde zij zich daarin geslaagd. De serie verbeeldt een mengsel van herinneringen, verhalen en associaties gecombineerd met fotografische feiten en gegevens uit die tijd. Marianne van der Bergh (Bussum,1948) werd opgeleid aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunst te Amsterdam. Tussen 1972 en 1986 leefde en werkte zij achtereenvolgens in Jeruzalem, Philadelphia en New York, om zich daarna weer in Amsterdam te vestigen. Tot in de jaren '90 speelde haar Joodse achtergrond en de verwerking van haar familiegeschiedenis een centrale rol in haar werk.