Brieven (3) en briefkaart van het echtpaar Houtkruijer-Levie en mevr. Hofstede-Stolk aan Cor Stolk in Giekerk, 1943

Brief d.d. 17 juli 1943 van Mariana Houtkruijer ("Jan") aan Cor Stolk in Friesland. Bram (het zoontje van Marianne) zal vlakbij Cor bij een familie onderduiken. Cor moet spoedig in Amsterdam komen logeren en dan zullen ze alles verder bepraten. Post kan gestuurd worden naar vrienden in de Molenbeekstraat waar het gezin tot voor kort woonde. Brief geschreven op "woensdagmiddag" van Mariana Houtkruijer ("Jan") aan Cor Stolk in Friesland. Ze staan op het punt naar Westerbork te vertrekken; Cor kan hen schrijven ("alleen niet over J. (zoon Bram werd kennelijk in de onderduik J./Jantje genoemd) maar over een lief nichtje van je pennen"). Briefkaart d.d. 31 augustus 1943: Jan (Mariana) en Lex (Alexander) gaan vandaag op transport en sturen een laatste groet, met "kussen voor je neefje". Brief geschreven "dinsdag, kwart voor drie" van mevr. Hofstede-Stolk uit de Hunzestraat in Amsterdam aan haar zus Cor Stolk in Friesland. Het gaat onder meer over een ongelukje met lucifers dat door het opgevangen kind bij de familie Sikma in Friesland is veroorzaakt; de briefschrijfster hoopt dat hij toch nog een weekje mag blijven. Verder beschrijft ze uitvoerig en gedetailleerd een grootscheepse razzia in de Rivierenbuurt, waarbij veel van haar buren ontredderd op straat staan en haar man uiteindelijk door de Duitsers gesommeerd wordt te helpen met het sjouwen van de bagage.